18 July 2018

Israëls bestaan bedreigd … door brandende vliegers. Extreem rechts wil bombarderen; de degeneratie van een politiek systeem.

Als ‘waarschuwing’ heeft Israël de afgelopen dagen doelen in de Gazastrook gebombardeerd. Op de achtergrond is interessant dat Netanyahu, Liberman en Eisenkot – respectievelijk premier, minister van Defensie en stafchef van het leger – daar geen zin in hadden. Extreem rechts dwong hen om in elk geval wat bommen te gooien maar had het liefst voluit willen gaan zoals bij de massale moordpartij in de zomer van 2014.

Israëlische top concentreert zich op Syrië.

Het Israëlische leger staat echter al een tijd paraat voor een eventuele grootscheepse actie aan het ‘noordelijk front’ in Syrië gericht tegen Iran en Hezbollah. De luchtmacht bombardeert daar al geregeld. Ook in de nacht van zondag op maandag weer, enkele uren voor de topontmoeting tussen Trump en Poetin. Het totaal aantal bombardementen door Israël in Syrië sinds 2013 ligt volgens deskundigen ruim boven de 100. Israël helpt ook Al-Qaida terroristen aan de Syrische kant van de Golan Hoogvlakte. Bij een grootscheepse actie moet Israël er bovendien rekening mee houden dat Hezbollah in het aangrenzende Libanon niet passief toekijkt. Even geen tijd dus voor Gaza. Waarom dan die druk vanuit extreem rechts?

Vliegers en ballonnen: ‘terrorisme’

Zuid-Israël heeft last van brandende vliegers die opgelaten worden in de Gazastrook, vervolgens naar de Israëlische kant drijven en daar flinke branden veroorzaken op de landbouwgronden; ‘they have set fields, forests, scrub and other swaths of nature on fire’. Inmiddels worden ook heliumballonnen gebruikt gevuld met brandbare gassen. Er zouden volgens Israëlische bronnen inmiddels tienduizenden dunams, ter grootte van de stad Tel Aviv in vlammen zijn opgegaan. De vliegers en ballonnen zijn nauwelijks te detecteren door de zeer geavanceerde Israëlische waarnemingsapparatuur. Over deze ‘dreiging door terroristen’ windt een deel van het joods-Israëlische publiek zich zodanig op, dat Netanyahu’s populariteit eronder leidt en staf chef Eisenkot zijn gezag in gevaar ziet komen. In het kabinet ontstond volgens berichten een stevig conflict.

Extreem rechts steeds machtiger

De bommen op Gaza zijn een signaal: ‘denk erom wij zijn bereid om op twee plaatsen tegelijk oorlog te voeren’. Dat is uitdrukkelijk niet wat de generaals en de politieke top op dit moment handig vinden, maar wat hen wordt opgedrongen door extreem rechts onder leiding van minister Naftali Bennett. In de wereld van deze extreme religieuze zionisten is men er trots op Palestijnen gedood te hebben (zoals Bennett dat is) en is een klap geven aan een Israëlische soldaat (zoals het meisje Ahed Tamimi deed) een daad van terrorisme die niets ontziend gewroken moet worden.

De religieuze extremisten zijn in opkomst. Hun aandeel in de bevolking groeit en zij krijgen geleidelijk ook meer steun binnen het niet religieuze deel van de joods-Israëlische bevolking. Hun invloed in het leger wordt steeds groter en in de nederzettingen beschikken zij daarnaast over paramilitaire organisaties. Kenners van de situatie houden een ontruiming van nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever ten behoeve van een Palestijnse staat alleen al om die reden voor onmogelijk.

Conclusie

De ruzie in het Israëlische kabinet met het beperkte bombardement op Gaza als gevolg is op het eerste gezicht een detail. Toch is het symptomatisch voor de geleidelijke omvorming van het Israëlische politieke systeem tot een gesloten religieuze heilstaat waarbinnen ook niet-religieuze joden een tribaal nationalisme aanhangen.

De Europese politieke leiders kijken knarsetandend toe hoe het gordijn tussen de realiteit en hun verhaal – ‘Palestijnse staat’, ‘de enige democratie in het Midden-Oosten’ – wordt weggetrokken.

De redactie

Foto: Musa met vlieger; uit de film Flying Papers (2010)

BDS Nederland op Twitter