9 January 2017

De wrede experimenten van Israels wapenindustrie

 

Aan de achterzijde van het belangrijkste ziekenhuis in Ramallah ligt het huis van Iyad Haddad, een 52-jarige mensenrechtenonderzoeker. Zijn kantoor aan huis is de etalage van een vervallen gebouw en op het eerste gezicht lijkt het een kringloopwinkeltje. De uitgestalde spullen zijn echter geen huishoudelijke voorwerpen maar de tafels liggen vol met gebruikte munitie, traangaspatronen, sponskogels en granaathulzen.

Haddad heeft in de afgelopen 30 jaar het geweld van de Israelische bezettingsmacht in zijn land gedocumenteerd. Deze afzichtelijke souvenirs vormen zijn getuigenis van dit geweld.

Veel van dit wapentuig is gebruikt tegen vreedzame demonstranten die protesteerden tegen Israels Apartheidsmuur en illegale nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever. De dorpen Ni‘lin, Bil’in en Nabi Saleh hebben al jarenlang protesten hiertegen georganiseerd. Iyad Haddad keurt deze demonstraties af:

“Soms gebruiken ze [de bezettingsmacht] ons om uit te vinden hoe ze bepaalde wapens kunnen inzetten. Ik ben van mening dat dit soort Palestijnse acties gunstig zijn voor Israel omdat dit gebied [Westelijke Jordaanoever] hierdoor een laboratorium is geworden waar zij hun wapens testen, verder ontwikkelen en er een commerciële industrie van maken, zodat deze wapens aan andere landen kunnen worden verkocht.”

traangasDat de Israelische wapenindustrie profiteert van de bezetting omdat het daardoor de beschikking heeft over een bevolking op wie nieuw wapentuig kan worden getest, is nu een alom geaccepteerd feit. Israel test wapens op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook en presenteert deze wapens op de internationale markt als ‘in de strijd getest’. De hoge-snelheid traangaspatronen zijn bijvoorbeeld uitvoerig getest in Bil’in. In 2009 werd Bassem Abu Rahmah, een ongewapende activist die protesteerde tegen de bouw van de Muur in Bil’in, dodelijk getroffen door zo’n traangaspatroon. Eind 2011 werd een andere demonstrant, Mustafa Tamimi, in Nabi Saleh gedood door een traangaspatroon dat zijn hoofd raakte. Er klinkt vermoeidheid door in Haddad’s stem.

“Ik heb gezien hoe zij hun apparatuur en wapenindustrie steeds verder ontwikkelen en hoe zij omgaan met de bevolking. En in de afgelopen 30 jaar heb ik niet één keer gehoord dat een militair ter verantwoording  werd geroepen. “

Maar Haddad gaat door – moet doorgaan.

“Getest en opnieuw getest”

“De bezette gebieden zijn een laboratorium waar wapens kunnen worden verfijnd, worden getest en opnieuw worden getest”, volgens Neve Gordon, hoogleraar politicologie aan de Ben-Gurion Universiteit van de Negev. “Ze kunnen zeggen: dit is gebruikt door het Israelische leger, dit moet dus wel goed zijn, en dat is gunstig voor de marketing van het wapentuig.”

Abdallah Abu Rahmah is coördinator van het Volkscomité tegen de Muur en nederzettingen in Bil’in. Al tien jaar lang houden hij en zijn buren iedere vrijdag protestdemonstraties tegen de Muur. Vanwege deze protesten voert het Israelische leger regelmatig nachtelijke huiszoekingen uit. Abu Rahmah is meerdere keren gearresteerd en heeft een aantal maal gevangen gezeten.

Skunk water sproeier in Bil’in

Volgens Abu Rahmah zijn er talrijke rapportages over het feit dat Israel bij de verkoop van militaire goederen de koper informeert over het gebruik hiervan in Bil’in, zoals bijvoorbeeld ‘skunk water’, dat voor het eerst in Bil’in werd gebruikt. ‘Skunk water’ is een stinkende vloeistof dat over demonstranten wordt gesproeid om ze uit elkaar te drijven.

“Bil´in is bekend om zijn protesten tegen de Muur en het Israelische leger komt soms naar een protestdemonstratie en maakt filmopnames en foto´s om te kunnen laten zien hoe effectief hun wapens zijn om actievoerders te stoppen.”

Jeff Halper, auteur van War Against the People  (over de wapen- en beveiligingstechnologie-industrie in Israel) zei:

“Israel laat de bezetting voortduren omdat het daarmee een testgebied voor wapentuig heeft. Er is altijd een spanningsveld geweest tussen de rechtse partijen, die de Westelijke Jordaanoever benoemen als Judea en Samaria en Gaza als Gush Katif en natuurlijk Oost Jeruzalem [als Jeruzalem]. Zij beschouwen dit allemaal als deel van het land Israel. Maar dan zijn er anderen en vooral –zou ik zeggen – het militaire apparaat en economen die zeggen: hey, deze gebieden zijn een laboratorium, dit hebben wij absoluut nodig en we zouden dit zeker niet moeten opgeven.”

“Amerikaanse kogels getest”

Volgens Eitay Mack, mensenrechtenadvocaat en activist uit Jeruzalem, gebruikt Israel de Palestijnse bevolking ook als testobject voor buitenlandse wapenfabrikanten.

De Amerikanen leverden Israel sponskogels voor gebruik in Oost Jeruzalem. Ze gebruikten eerst een blauwe sponskogel, maar besloten – en dit is hun verklaring – dat, omdat de Palestijnen te dik gekleed waren, deze niet effectief genoeg waren en dus gingen ze [krachtiger] zwarte sponskogels gebruiken. Deze veroorzaakten zwaar letsel en tientallen Palestijnen verloren hun zicht door oogletsel en andere lichaamsdelen die verwijderd moesten worden.”

De zwarte sponskogels worden geproduceerd door Combined Tactical Systems  (CTS) in Pennsylvania, . Dit bedrijf levert ook traangas aan Israel. In de brochure van CTS staat een waarschuwing: ‘Gericht schieten op hoofd, nek, borstkas, hart of ruggengraat kan dodelijk zijn of ernstig letsel veroorzaken’. Het Israelische leger gebruikte de zwarte sponskogels voor het eerst in 2014.

De Gaza-oorlog in 2014 gaf Israel de gelegenheid om een deel van de nieuwste wapens te demonstreren. Zo maakte de Hermes-900, een door Elbit ontwikkelde drone, tijdens deze oorlog zijn ‘operationeel debuut’.

De Israelische wapenindustrie wordt gedomineerd door 4 bedrijven: Israel Aerospace Industries, Elbit, Rafael en Israel Military Industries. De eerste drie bedrijven zijn goed voor meer dan 75% van Israels wapenexport , die in 2015 5,7 miljard dollar bedroeg. Israel wijst meer dan 5 procent van het bruto nationaal product toe aan defensie. Dit betekent dat Israel een groter percentage van het nationaal inkomen aan het defensieapparaat uitgeeft dan zelfs de Verenigde Staten, ’s werelds enige supermacht.

“Oorlog verkoopt wapens”

Een aantal Israelische oud-militairen hebben hun loopbaan vervolgd als deskundige op het gebied van de wapenindustrie. Een van hen is Shlomo Brom, een gepensioneerde brigadegeneraal die nu werkzaam is voor het Instituut voor Nationale Veiligheid Studies in Tel Aviv. Op een vraag van de auteur van dit artikel of het waar is dat Israelische wapenfabrikanten bij hun internationale verkoopactiviteiten gebruik maken van het feit dat hun producten op Palestijnen zijn uitgetest, antwoordde Brom:

“Natuurlijk, waarom niet? Marketingdeskundigen proberen overal hun voordeel uit te halen en als zij kunnen gebruiken dat een [wapen]systeem operationeel is getest en dat het goed werkte, zullen ze dit argument voor marketingdoeleinden inzetten.”

 

Uzi Rubin, een van de oprichters van Arrow, een Israelisch raketafweersysteem programma, is nu onderzoeker bij het Begin-Sadat Centrum voor Strategische Studies van de Bar-Ilan Universiteit bij Tel Aviv. Hij verdedigde de manier waarop Israel zijn wapensystemen in de markt zet als ‘getest in de strijd’:

“Het is legitiem want de Vietnam oorlog verkocht een hoop wapens. Oorlog verkoopt meestal wapens. Maar dit wil niet zeggen dat Israel op oorlog uit is om wapens te kunnen verkopen.”

Barbara Opall-Rome heeft decennialang over Israel geschreven in Defense News, een commercieel tijdschrift voor wapenfabrikanten. Zij pleit er voor dat Israel meer zou moeten investeren in wat zij noemt ‘minder-dan-dodelijke technologieën’. In haar opinie zou de Israelische wapenindustrie moeten nadenken over andere wapens dan traangas en skunk water, zoals nu op de Westelijke Jordaanoever wordt gebruikt.

“Ik denk aan het gebruik van elektromagnetische velden of krachtige microgolven om mensen duizelig te maken. Als je duizelig bent verlies je je evenwicht. Weet je, ik zie liever mensen van wie de maag van streek raakt en diarree krijgen midden in een demonstratie of alles moeten uitkotsen, dan dat ze gedood worden.”

Haar commentaar onthult veel over de sadistische mentaliteit van Israels wapenfabrikanten en hun voorstanders. Voor hen zijn Palestijnen geen menselijke wezens die gerespecteerd zouden moeten worden maar onderwerp van het ene na het andere wrede experiment.

Bovenstaand artikel is op 27 december 2016 gepubliceerd op de website van The Electronic Intifada

Auteur is Matt Kennard, directeur van het Centrum voor Onderzoeksjournalistiek in Londen. Zijn reis naar Palestina is gedeeltelijk gefinancierd door de Pulitzer Center on Crisis Reporting.

BDS Nederland op Twitter