17 EU lidstaten ondernemen actie tegen bedrijven die medeplichtig zijn aan Israëlische misdaden
Nieuwsbericht Palestinian BDS National Committee (BNC) uitgegeven op 7 juli 2014
Maatregelen zijn welkom maar Israël’s voortdurende schendingen van mensenrechten moeten zwaardere consequenties krijgen
Nog eens 12 Europese regeringen hebben online richtlijnen gepubliceerd die hun burgers en bedrijven waarschuwen tegen de risico’s verbonden aan handel en andere economische banden met illegale Israëlische nederzettingen. Het totaal aantal landen die een dergelijk advies hebben gepubliceerd, komt hierbij op 17.
De richtlijnen waarschuwen bedrijven voor de economische, wettelijke en reputatie “risico’s” die zij lopen door economische banden aan te gaan met illegale nederzettingen en wijzen erop dat firma’s zich bewust moeten zijn van de “mogelijke schendingen van de rechten van individuen” waaraan zulke transacties kunnen bijdragen.
De verklaringen kunnen beschouwd worden als één van de resultaten van de lobby bij EU-landen door maatschappelijke organisaties zoals het Europees Palestina-Netwerk (ECCP) en leden van het Europees Parlement, die bepleiten dat regeringen méér zouden moeten doen om te voorkomen dat Europese bedrijven zaken doen met of diensten verlenen aan illegale Israëlische nederzettingen.
Rafeef Ziadeh, een woordvoerder van de Palestinian BDS National Committee (BNC):
Europese regeringen beginnen te reageren op de lobby door maatschappelijke organisaties en de publieke opinie en ondernemen stappen om een eind te maken aan de medeplichtigheid van bedrijven aan de Israëlische bezettingsmacht.
Deze verklaringen zullen hopelijk bijdragen aan een snelle verschuiving in het denken van investeerders en bedrijven over illegale nederzettingen, en aan de beëindiging door Europese firma’s zoals G4S, CRH (internationaal bouwmaterialen concern) en Volvo van hun betrokkenheid bij Israël’s nederzettingen politiek.
Maar in het licht van de praktijken van collectieve straffen van Palestijnen en de voortgaande kolonisatie van Palestijns land, lijken deze nieuwe ontwikkelingen buitengewoon onbeduidend.
Israël’s totale minachting voor mensenrechten en het saboteren van elke poging om te komen tot een rechtvaardige vrede gebaseerd op het internationaal recht, moet beantwoord worden met daadwerkelijke, en niet slechts met cosmetische consequenties.
Door het Associatieverdrag en de stevige banden met Israël te handhaven, geeft de EU een duidelijke boodschap af aan Israël dat het ongestraft op dezelfde voet kan doorgaan. De EU zou het Associatieverdrag moeten opschorten totdat Israël het internationaal recht naleeft.
Wij roepen alle regeringen over de hele wereld op om aan hun wettelijke en morele verplichtingen te voldoen en Israël ter verantwoording roepen. Zij zouden een bindend verbod moeten uitvaardigen op economische banden met nederzettingen, een wapen embargo moeten instellen en het vrijhandelsakkoord met Israël moeten opschorten.
Regeringen moeten uitvoering geven aan de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof en Israël’s nederzettingenpolitiek niet erkennen of faciliteren. Minimaal betekent dit door een wet gesanctioneerd verbod op economische banden met Israëlische nederzettingen.
Het Internationaal Gerechtshof bepaalde 10 jaar geleden dat Israël’s Apartheidsmuur en nederzettingenpolitiek illegaal zijn en bepaalde eveneens dat landen Israël ter verantwoording moeten roepen in plaats van Israël’s illegaal handelen te faciliteren door steun en erkenning.
Hardere actie nodig om de medeplichtigheid van bedrijven aan te pakken
De 12 landen die deze week richtlijnen zullen publiceren, op EU-niveau gecoördineerd, zijn Portugal, Oostenrijk, Malta, Ierland, Finland, Denemarken, Luxemburg, Slovenië, Griekenland, Slowakije, België en Kroatië.
Frankrijk, Italië en Spanje hebben vorige week soortgelijke richtlijnen gepubliceerd, terwijl het Verenigd Koninkrijk en Nederland dit vorig jaar al gedaan hebben.
Veel Europese bedrijven zijn actief betrokken bij de schending van internationaal recht door Israël.
Het Britse beveiligingsbedrijf G4S levert diensten en goederen aan Israëlische checkpoints en gevangenissen terwijl het Ierse bouwbedrijf CRH materialen levert die o.a. gebruikt worden bij de bouw van de Muur en van nederzettingen.
Ziadah voegde hier aan toe:
De richtlijnen die gepubliceerd zijn door EU-lidstaten is een welkome, maar vrijblijvende stap. Europese regeringen moeten méér doen om te voorkomen dat concerns, waarvan het hoofdkantoor in hun land is gevestigd, medeplichtig worden aan Israëlische misdaden, en de ergste gevallen van schendingen van Palestijnse rechten, waarbij de concerns betrokken zijn, aan de kaak stellen en strafrechtelijke vervolging instellen tegen bedrijven die medeplichtig zijn aan het schenden van internationaal recht door Israël.
De impact van deze maatregelen wordt ook ondermijnd door het feit dat andere economische mogendheden helemaal niets doen om betrokkenheid bij de Israëlische nederzettingenindustrie af te bouwen. De Palestinian BDS National Committee (BNC) maakt zich zorgen over Israëlische berichten om investeringen en export van goederen te verplaatsen naar opkomende markten op het zuidelijk halfrond.
In september vorig jaar greep de Nederlandse regering in om te voorkomen dat Royal HashkoningDHV betrokken zou raken bij een infrastructuur project in een nederzetting; Palestijnse activisten zouden graag zien dat andere landen soortgelijke stappen zouden ondernemen.
In juni 2013 heeft de EU nieuwe richtlijnen uitgevaardigd waarin staat dat de EU Israël’s soevereiniteit in de bezette Palestijnse gebieden niet kan erkennen en die zowel het verstrekken van EU-subsidies aan ondernemingen die gevestigd zijn in nederzettingen verbieden als het verstrekken van leningen aan Israëlische ondernemingen die actief zijn in nederzettingen.
Maatschappelijke organisaties dwingen bedrijven verantwoording af te leggen
De Nederlandse pensioenfondsgigant ABP heeft afgelopen vrijdag besloten tot desinvesteren in 2 Israëlische militaire bedrijven en is daarmee de volgende in een lange rij van Europese fondsen die niet meer investeren in bedrijven die medeplichtig zijn aan Israëlische misdaden.
De Britse winkelketen John Lewis kondigde vorige week aan dat het niet langer producten zal verkopen van SodaStream, een Israëlisch bedrijf gevestigd in een illegale nederzetting. Een winkel van SodaStream in de Britse stad Brighton heeft de deuren moeten sluiten nadat er twee jaar lang wekelijks door lokale actievoerders tegen de winkel is gedemonstreerd.
Een aantal winkeliers verkoopt geen producten meer die afkomstig zijn uit de nederzettingen en de export van verse producten vanuit de nederzettingen naar Europa is met zo’n 50% gedaald. Maar er zijn nog steeds veel winkeliers die handelsbetrekkingen onderhouden met bedrijven gevestigd in illegale nederzettingen.
Het Britse beveiligingsbedrijf G4S heeft vorige maand aangekondigd dat het contract met de Israeli Prison Service niet verlengd zal worden na afloop van het huidige contact in 2017. Dit besluit komt na meer dan twee jaar actie voeren, waardoor het bedrijf miljoenen dollars is misgelopen aan contracten en grote investeerders zoals de Bill Gates Foundation en de US United Methodist Church hun beleggingsportefeuilles uit het bedrijf hebben teruggetrokken.
De campagne tegen G4S zal doorgaan totdat het bedrijf alle betrokkenheid bij de misdaden door Israél begaan, heeft beëindigd.