Christen fundamentalisten drukken motie door in de strijd tegen Israël kritiek
De regeringspartijen VVD, CDA, ChristenUnie en de oppositiepartijen PVV, 50Plus en Forum voor Democratie gingen gistermiddag mee met een motie van de leider van de Staatkundig Gereformeerde Partij Van der Staaij, tegen “het veelkoppig monster van het antisemitisme”. De regering werd gevraagd om steun te verlenen aan het “hanteren” van de IHRA-werkdefinitie. Het gaat om een tekst van de International Holocaust Remembrance Alliance die de pro-Israëllobby al enkele jaren aan regeringen probeert te slijten. De definitie omschrijft “antisemitisme” en geeft daarbij voorbeelden die zodanig zijn geformuleerd, dat op basis daarvan veel kritiek op Israël makkelijker voor de rechter kan worden gebracht.
Pro-Israël groepen roepen al zeker twintig jaar dat het antisemitisme sterk groeiende is. Joden zouden, ook in Nederland, niet meer veilig over straat kunnen. SGP-leider Van der Staaij denkt dat het goed is als er meer duidelijkheid bestaat over wat antisemitisme nu precies is. “Er moet meer eenduidigheid komen in alle landen, zodat er meer gedaan kan worden aan bijvoorbeeld de registratie ervan”, zegt de SGP-leider. Het Europees Parlement heeft in juni 2017 alle Europese landen opgeroepen de IHRA-werkdefinitie aan te nemen.
Op de IHRA-definitie is kritiek, omdat er geen duidelijk onderscheid gemaakt wordt tussen antisemitisme en kritiek op de Israëlische regering. De organisatie Een Ander Joods Geluid bijvoorbeeld wijst de definitie af, omdat de IHRA Israël-kritiek met antisemitisme vermengt. Zelfs de opsteller van de definitie keerde zich af van het misbruik dat er van wordt gemaakt.
De partijen D66, SP, PvdA, Partij voor de Dieren, GroenLinks en Denk hebben tegen de SGP-motie gestemd. Van der Staaij vindt dat in algemene kritiek op het Israëlische beleid, gemakkelijk allerlei typische stereotypen over Joodse mensen doorklinken. “Dus kritiek op de Israëlische regering kan wel degelijk antisemitisch zijn.”
De SGP is een partij die uitgaat van de “landbelofte” die God volgens het Oude Testament enkele duizenden jaren geleden heeft gedaan aan het joodse volk. Op grond daarvan behoort Israël aan de joden en niet aan de Palestijnen.
De redactie