Sleepwet niet uitgesteld; Israël profiteert
In een uitspraak op het kort geding van twaalf organisaties tegen de staat, heeft de rechter de eisers in het ongelijk gesteld. Dat betekent dat het besluit tot invoering per 1 mei jl. van de nieuwe Wet op Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (Wiv2017) niet ongedaan wordt gemaakt. De minimale aanpassingen die de regering heeft beloofd naar aanleiding van de referendumuitslag vereisen volgens de kort geding rechter geen spoedeisend ingrijpen van de rechterlijke macht.
De Wiv2017, die het ‘bulk’ onderscheppen van alle communicatie en het inbreken op digitale systemen door binnenlandse veiligheidsdiensten en in het verlengde daarvan, serviceproviders en buitenlandse partners legaal maakt, heeft veel stof doen opwaaien. Op een eerste democratische toetsing, de internet consultatie van 2 juli tot 1 september 2015, kwamen 557 overwegend afwijzende reacties.
Democratische rechtsorde
Met de democratische rechtsorde staat de gang van zaken in het parlement op gespannen voet. Ex-ministers Teeven en Opstelten zijn er door in moeilijkheden geraakt en gelijktijdig opgestapt. Ex-minister Plasterks reputatie raakte besmeurd toen hij over de samenwerking met de NSA onjuiste informatie gaf.
Het verzoek tot de uitbreiding van de bevoegdheid van inlichtingendiensten komt van staten waarmee Nederland een nauw samenwerkt op het gebied van inlichtingen. Het ‘bulk’ afluisteren en inbreken was al praktijk van de dag en buitenlandse partners, met name uit Israël en Engeland, hadden al ongefilterd toegang tot onze privécommunicatie en digitale gegevens. Deze praktijk was echter volgens de Nederlandse wet illegaal.
Bevoegdheden
In de VS, Engeland, Frankrijk en België zijn de verruimde bevoegdheden voor veiligheidsdiensten ingevoerd na heftige terreuraanslagen, waarvan mensen uit de islamitische gemeenschap werden verdacht en in een aantal gevallen ter plaatse werden gedood. Zover is het in Nederland nog niet gekomen. Wel zijn in Nederland verdachten van “nog niet uitgevoerde aanslagen” gearresteerd en weer in vrijheid gesteld bij gebrek aan bewijs. Op grond van welke aanwijzingen de verdenking ontstond en welke geheime dienst zulke aanwijzingen aanleverde, werd in die gevallen niet bekend gemaakt.
Een van de omstreden uitbreidingen is de bevoegdheid van de dienst om samenwerking aan te gaan met diensten van andere landen en daar ongefilterd gegevens mee te delen. De criteria voor zulke samenwerking zijn in artikel 88 lid 3 van de wet neergelegd. De inlichtingendiensten kunnen door de minister gemandateerd worden om deze criteria tot op zekere hoogte zelf toe te passen en op basis daarvan samenwerking aan te gaan.
Mensenrechten
Een belangrijk criterium is de eerbiediging van de mensenrechten door het desbetreffende land. De geheime diensten van Israël zouden op basis van dit criterium volledig moeten worden uitgesloten van samenwerking. Gezien de ervaring in het verleden en de inbedding van deze diensten in alle veiligheidssectoren in Nederland, is dit momenteel niet de realiteit. Daar komt bij dat op het gebied van de mensenrechten voor Israël zaken door de vingers worden gezien die Nederland voor andere landen wel problematisch zou vinden.
Er is een commissie van toezicht, waarvan de vier leden door de ministers benoemd worden, met een afdeling voor eventuele klachten. Maar vanwege de gebruikelijke geheimhouding zal er geen op feiten gebaseerde klacht geformuleerd kunnen worden. De coalitie van organisaties die uitstel van invoering van de wet WIV aanhangig hadden gemaakt beraden zich op vervolgstappen.
De redactie