BDS: een discussie over lastige vraagstukken in een snel groeiende beweging
Introductie
De aanvallen van Israel op de BDS beweging en andere mensenrechtenverdedigers in de bezette gebieden zijn de laatste tijd in het nieuws niet onopgemerkt gebleven. Ook over de openlijke bedreigingen door hoge Israelische ambtenaren tegen BDS activisten en in het bijzonder tegen de medeoprichter van de Palestijnse BDS beweging Omar Barghouti is wereldwijd gepubliceerd. Maar het werk gaat gewoon door, evenals het debat over de versterking van de beweging bij Palestijnen in Israel en de bezette gebieden en daarbuiten, maar ook bij de wereldwijde solidariteitsbeweging. Er zijn een hoop onderwerpen waarover gesproken moet worden en sommige daarvan zijn lastig.
Nadia Hijab, directeur van Al Shabaka ging hierover in gesprek met Omar Barghouti, die benadrukt dat hij hier uitsluitend voor zichzelf spreekt en dat zijn visie niet noodzakelijkerwijs de visie is van de brede BDS beweging of de Palestijnse BDS National Committee (BNC).
De doelen van de BDS beweging – zelfbeschikking, beëindiging bezetting, gelijkheid voor de Palestijnse inwoners van Israel en het recht op terugkeer – omvatten Palestijnse rechten volgens internationaal recht. Maar wij weten dat de BDS beweging alleen deze rechten voor Palestijnen niet kan verwezenlijken. Wat voor andere organisaties en welk mix van strategieën zijn hierbij onontbeerlijk?
Boycotactie is historisch gezien een van de belangrijkste strategieën van het volksverzet dat inzetbaar is door Palestijnen met de meest uiteenlopende achtergronden. De BDS beweging heeft nooit beweerd dat het de énige strategie is om Palestijnse rechten volgens internationaal recht te verwezenlijken. Andere methoden zijn bijvoorbeeld zowel het lokale volksverzet tegen de Muur en nederzettingen als juridische acties om Israel en zijn leiders verantwoordelijk te stellen voor de misdaden die zij hebben begaan tegen het Palestijnse volk.
Overigens is een van de belangrijkste strategieën die tot onze beschikking staan, maar die we nauwelijks inzetten, het op diplomatiek en politiek niveau samenwerken met parlementen en regeringen wereldwijd om Israels regime van bezetting, kolonialisme en apartheid te isoleren en om sancties opgelegd te krijgen zoals dat is gebeurd met het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Deze weg wordt echter vooral geblokkeerd door een medeplichtige Palestijnse bureaucratie, die geen democratisch mandaat heeft, noch principes en visie.
Een belangrijk onderdeel van Palestijns verzet tegen het Israelische regime wordt gevormd door Palestijnen in ballingschap, die de helft van het Palestijnse volk vertegenwoordigen. En dat zijn niet alleen de vluchtelingengemeenschappen, die uiteraard de belangrijkste zijn, maar ook individuele Palestijnen en Palestijnse gemeenschappen die in andere delen van de wereld actief zijn in solidariteitsbewegingen en die een belangrijke rol spelen in de strijd voor Palestijnse rechten door onder meer BDS gerelateerde acties.
Palestijnse burgers in Israel worden vaak vergeten als er gesproken wordt over Palestijns verzet, ondanks de cruciale rol die zij spelen, niet alleen wat betreft hun vastberadenheid tegenover Israels regime van zionistische kolonistenpraktijken, maar ook hun actief verzet op academisch, cultureel, juridisch en politiek niveau tegen het regime en het geïnstitutionaliseerde en in wetten vastgelegde racisme.
Maar het Palestijnse politieke debat zoals dat bestond in de 60-er, 70-er en 80-er jaren is grotendeels verdwenen. In Zuid-Afrika bleef de nationale bevrijdingsbeweging actief tot het allerlaatste moment. Maar wij zijn jammer genoeg een groot deel van de Palestijnse nationale bevrijdingsbeweging kwijtgeraakt, vooral door de Oslo-akkoorden. Het Palestijnse leiderschap heeft, expliciet of impliciet met goedkeuring van de meeste Palestijnse politieke partijen, Palestijnse grondrechten verkwanseld en ingeruild voor de door de Verenigde Staten en Europese Unie opgelegde voorwaarden om grotendeels akkoord te gaan met Israels regime van koloniale onderdrukking.
Het Palestijnse volk verkeert nu in een staat van verlies en verwarring. Er is niet langer een Palestijnse “nationale consensus”, als die er al ooit was. Zelfs de Palestijnse politieke partijen, zowel links als rechts, islamitisch en seculier, praten nagenoeg allemaal over “onafhankelijkheid” en niet over nationale bevrijding, en vergeten daarbij meestal de vluchtelingen en noemen nooit de Palestijnse inwoners van Israel bij de definitie van het Palestijnse volk.
Het is aan het gehele Palestijnse volk om hun toekomst en de oplossing voor dit koloniale conflict te bepalen. In de tussentijd moet elke Palestijnse burger, groep of coalitie er naar streven om het Israelische onderdrukkingsregime te verzwakken, als absolute vereiste om de rechten volgens internationaal recht voor de Palestijnen te verwezenlijken.
De BDS beweging erkent uiteraard dat er andere strategieën en benaderingen zijn; wij hebben er voor gekozen om te focussen op de rechten en niet op oplossingen. Want voor welke politieke oplossing dan ook – bepaald door de meerderheid van de Palestijnen waar ook ter wereld – die rechtvaardig, allesomvattend en duurzaam is, moeten onze rechten volgens internationaal recht gewaarborgd zijn.
Bovendien, om als beweging effectief te kunnen zijn, moet je een grote mate van consensus hebben en om dat te bereiken moesten wij ons houden aan de meest belangrijke en minst controversiële doelen van het Palestijnse volk, waar bijna niemand bezwaar tegen kan hebben: beëindigen van de 1967 bezetting, beëindiging van het apartheidssysteem en het recht op terugkeer voor Palestijnse vluchtelingen naar hun huizen en bezittingen waarvan zij etnisch werden gezuiverd tijdens en sinds de Nakba. En wij wijken hier niet van af.
Deze opstelling heeft ons brede steun onder Palestijnen gebracht.
En toch lijkt het soms door de manier waarop de BDS beweging zich presenteert dat alleen BDS de rechten voor het Palestijnse volk kan verwezenlijken. De vele verwijzingen naar Zuid-Afrika wekken -bedoeld of onbedoeld – ook die indruk.
Wij Palestijnen vergelijken onze strategieën en successen altijd met Zuid-Afrika en andere bewegingen voor rechtvaardigheid, zelfbeschikking en mensenrechten – terwijl we best weten dat wij belangrijke pijlers missen die van doorslaggevend belang waren voor hun succes. In Zuid-Afrika bijvoorbeeld werden er vier strategische pijlers benoemd door het Afrikaans Nationaal Congres voor de strijd om een eind te maken aan apartheid: massamobilisatie, gewapend verzet, een ondergrondse politieke beweging, en internationale solidariteit (vooral in de vorm van boycots en sancties).
Er is geen ‘copy-paste’ strategie om bevrijding en mensenrechten te verwezenlijken – elke koloniale situatie is anders. Wij hebben ons toegelegd om onze eigen Palestijnse strategieën te ontwikkelen die passen bij onze strijd voor rechtvaardigheid en waardigheid.
Wat de Palestijnse strijd betreft, is de pijler van de ondergrondse beweging alleen in Gaza mogelijk, en daardoor geïsoleerd van de rest. In het internationaal recht is het recht van elke natie onder buitenlandse bezetting vastgelegd om zich hier met alle middelen tegen te verzetten, waaronder gewapend verzet, zo lang alle vormen van het verzet de uitgangspunten van internationaal recht en mensenrechten respecteren.
Wat massamobilisatie betreft is het beperkt wat wij in de bezette Palestijnse gebieden kunnen doen, bijvoorbeeld met het mobiliseren van verzet tegen de Muur. In de BDS beweging maken wij in ieder stadium afwegingen wat betreft de effectiviteit van onze geweldloze strategieën, met naleving van internationaal recht.
Een ander punt van zorg is dat sommige betogen van de BDS beweging klinken alsof de Palestijnen op het punt staan om hun rechten te verwezenlijken. Dat gebeurt niet alleen in de vele verwijzingen naar het Zuid-Afrikaanse “momentum”, maar ook in verklaringen waarin gezegd wordt dat er een “keerpunt” is bereikt.
Ja, maar als wij het hebben over een keerpunt, dan bedoelen we alleen een keerpunt met betrekking tot de specifieke pijler van internationale isolatie. De graadmeter van effectiviteit is of je je doelen bereikt of niet. BDS is een van de strategieën van intern verzet en het is ook de meeste belangrijke internationale strategie. Wij hebben nooit anders beweerd. Waarom zou BDS dan verantwoordelijk moeten worden gehouden voor, bijvoorbeeld, het onvermogen van het Palestijnse volk om onze doelen van zelfbeschikking en nationale bevrijding te verwezenlijken? Geef ons in ieder geval krediet voor het feit dat wij realistisch zijn.
Er is een groeiend aantal mensen dat kritisch is over het internationaalrechtelijke kader. Vormt dat een probleem voor de BDS beweging, gegeven het feit dat de BDS beweging is gegrondvest op internationaal recht?
Om effectief internationale druk te kunnen mobiliseren door groepen en personen tegen Israels onderdrukkingsregime moeten wij mensenrechtenprincipes benoemen die universeel zijn en op een manier die mensen over de hele wereld kunnen raken en hen daardoor tot actie te inspireren. En dat is de taal van internationaal recht. Wij weten, net als iedereen, dat het internationaal recht niet 100% perfect is. Maar we weten ook dat de keuze is tussen internationaal recht of de wet van de jungle. En deze laatste werkt niet voor ons, uit principe niet en praktisch gezien niet, wij zijn immers veruit de fysiek zwakste partij.
We hebben geen behoefte aan symbolische retoriek, daar hebben we het wel mee gehad. Wat we nodig hebben is daadkrachtige, strategische actie die kansen biedt om het systeem van onderdrukking te ondermijnen. Hierdoor wordt het voor het Palestijnse volk realistischer dat onze door de VN vastgelegde rechten ook geïmplementeerd zullen worden. Het minste wat mensen kunnen doen is een einde te maken aan hun medeplichtigheid aan dit onrecht: een wettelijke en morele verplichting en geen liefdadigheid.
Wat zijn de alternatieven voor internationaal recht? Het is een feit dat het is geschreven door koloniale grootmachten. Het is waar dat het niet geschreven is ten gunste van de volkeren op deze wereld, maar het is geen dogma of een statische bundel wetten in steen gegraveerd. Wij kunnen door onze niet aflatende en strategische strijd de interpretatie en toepassing van deze wet beïnvloeden. We vragen tenslotte niet om de maan, we vragen om internationaal recht toe te passen op Israel en de uitzonderingspositie van dit land als een staat die zich niet aan de wet hoeft te houden, op te heffen.
Er is een hoop onduidelijkheid over de normalisatierichtlijnen. Deze zorgen regelmatig voor spanningen tussen activisten – met name tussen Palestijnen die soms meedoen met acties die als “normaliseren” bestempeld worden. Zij kunnen het absoluut niet waarderen dat het lijkt dat er getwijfeld wordt aan hun liefde voor het vaderland.
De normalisatierichtlijnen zijn heel duidelijk. Het referentiedocument hierover is met algemene stemmen aangenomen op het eerste nationale Palestijnse BDS congres in november 2007. Arabieren, en dus ook Palestijnen, definiëren normalisatie, in deze context, als iets wat wezenlijk abnormaal is, zoals een samenwerkingsverband met koloniale onderdrukking, bedrieglijk normaal laten lijken. Volgens de BDS richtlijnen zijn er twee basisregels waaraan voldaan moet worden om een samenwerking tussen een Palestijnse (Arabische) partij en een Israelische partij niet als normalisatie te bestempelen. De Israelische partij moet de integrale Palestijnse rechten volgens internationaal recht erkennen, en de samenwerking zelf moet gebaseerd zijn op “samen verzetten” tegen onderdrukking, en niet op “samen leven” onder onderdrukking. Het punt is dat een dergelijk samenwerkingsverband Israels schendingen van Palestijnse rechten niet moet legitimeren, verhullen of goed te praten.
Een voorbeeld: een Amerikaanse organisatie houdt een conferentie en wordt daarvoor gesponsord door Israel of een Israelische instelling die medeplichtig is aan de schendingen van Palestijnse rechten. En die Amerikaanse organisatie is bereid om een panel discussie te organiseren met o.a. Palestijnse sprekers om zo ook de Palestijnse stem te laten horen. Deelname hieraan zou betekenen dat we Israelische sponsoring normaliseren – met andere woorden de schendingen van onze rechten normaliseren. Dit is een te hoge prijs die we dan betalen om onze stem te laten horen, hoe belangrijk dit ook is, omdat onze stem in de reguliere media niet gehoord wordt. Dus in dit voorbeeld zal er een beroep gedaan worden op de organiserende partij om af te zien van de Israelische sponsoring. En als dat niet lukt, zullen we oproepen tot een boycot.
Maar er zijn grijze gebieden, en juist daar kunnen problemen ontstaan – zeker als mensen namens de BDS beweging gaan spreken en de wet willen voorschrijven, hoewel ze daartoe niet gemachtigd zijn. Kan je een voorbeeld geven wat de BNC zou doen in zo’n geval ?
Een individueel lid van de BNC of van PACBI neemt nooit een besluit over een onderwerp dat in het grijze gebied ligt. We koppelen in zo’n geval altijd terug naar de groep en het besluit wordt dan unaniem genomen, met inachtneming van de vastgelegde uitgangspunten van BNC en/of PACBI. Ook als er een deadline is voor een antwoord, zeggen we tegen de persoon die om advies heeft gevraagd dat we geen duidelijk advies kunnen geven in het geval dat wij nog geen unanieme beslissing hebben kunnen nemen. We zijn ook selectief, we gaan niet overal achter aan en veel onderwerpen laten we links liggen na een negatieve kosten-basten analyse. We vaardigen geen verordeningen uit, we geven advies. We zullen nooit zeggen: “Gij zult niet…”
En we spelen niet op de persoon – dat hebben we nog nooit gedaan sinds de oprichting van de BDS beweging in 2005. We vallen standpunten en verklaringen aan, maar geen personen; we geloven ook niet in zwartboeken of welke andere vorm van ongefundeerde beschuldigingen dan ook. Dit druist in tegen onze principes, het is machtsmisbruik en het werkt contraproductief.
Een issue dat in het grijze gebied valt, en dat veel Palestijnen niet begrijpen en problematisch vinden, is dat als personen uit een Arabisch land Israel binnenkomen op een visum dat is afgegeven door een Israelische ambassade, dit wordt beschouwd als normalisatie. En niet als het visum wordt afgegeven door Israel op verzoek van de Palestijnse Autoriteit (PA). Mensen begrijpen het verschil niet, want in beide gevallen wordt het visum door Israel verstrekt.
Dat is een moeilijk punt. Na uitgebreide debatten, bijeenkomsten en discussies met veel Palestijnse kunstenaars en culturele organisaties, zijn wij tot de conclusies gekomen dat als een persoon uit een Arabisch land een Israelisch visum krijgt, hij/zij de Arabische betrekkingen met het regime van bezetting, kolonialisme en apartheid normaliseert door dit regime te behandelen alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Dit in tegenstelling tot het verkrijgen van een vergunning van de Israelische bezettingsautoriteiten via de PA ondanks, op zijn zachtst gezegd, het problematische karakter van de rol die de PA hierbij speelt: Palestijnen onder Israelische bezetting hebben geen andere keus dan onderhandelen met de Israelische autoriteiten om familie of vrienden op bezoek te laten komen. Maar deze handelwijze betekent niet zonder meer dat het Israelisch regime als een normaal regime wordt geaccepteerd. Maar we erkennen dat dit een moeilijke kwestie is en we geven ook onmiddellijk toe dat dit niet een van onze sterkste en onweerlegbare richtlijnen is.
Maar mijn vraag is: waarom schrijven Palestijnen die kritiek hebben op de BNC ons niet gewoon als ze iets opgehelderd willen hebben of als ze hun kritiek op een constructieve manier met ons willen delen? We krijgen honderden mails per dag van BDS-activisten, maar bijna geen van Palestijnen. Wij staan open voor discussie en debat tussen Palestijnen en moedigen deze ook aan. Ik verzoek iedereen die vragen, kritiek of commentaar heeft met klem dit met ons te communiceren en te mailen naar [email protected] of [email protected]. Wij streven er naar om iedere mail te beantwoorden, met name een mail van een Palestijnse broeder of zuster.
Bovenstaand interview verscheen op 14 juni op https://al-shabaka.org/commentaries/bds-discussing-difficult-issues-in-a-fast-growing-movement/