Dekolonisatie van de geest – de zoektocht van een voormalige zionistische strijder
Door William Parry –
Tikva Honig-Parnass sloot zich aan bij de Palmach militie op het moment dat Palmach etnische zuiveringsacties tegen Palestijnen uitvoerde en zet zich nu in om deze misdaden aan de kaak te stellen.
Zeventig jaar geleden stopte Tikva Honig-Parnass met haar studie, tegen het advies in van haar ouders, en sloot zich aan bij de Palmach, de elite-eenheid van de joodse strijdkrachten, opgericht in de jaren veertig van de vorige eeuw om de stichting van een joodse staat in historisch Palestina mede mogelijk te maken.
Ze was toen 18 jaar oud.
De Harel Brigade, de unit waarbij zij was ingedeeld, was betrokken bij de ontvolking en vernietiging van Palestijnse steden en dorpen om de zionistische droom waar te maken.
Tikva begon als telegrafist bij de Haganah, maar verliet haar eenheid om zich aan te sluiten bij de Palmach – “de kroon op het werk van de joodse zionistische jeugd” – en diende als secretaresse van de commandant.
Ze zegt dat vrouwen in de Palmach “niet echt deelnamen aan de gevechtshandelingen” maar dat zij op de voet volgden en getuige waren van de resultaten van die gevechtshandelingen.
“Dorpen om mij heen werden met de grond gelijk gemaakt. Qalunya, een paar kilometer ten westen van Jeruzalem, lag aan de rechterkant van de weg van Jeruzalem naar Tel Aviv. Op een dag werd het dorp weggevaagd”, vervolgt ze en zwijgt een poosje.
Qalunya was een van de meer dan 500 Palestijnse steden en dorpen die etnisch werden gezuiverd door zionistische militia in de jaren 1948-1949. Qalunya had ongeveer 1000 inwoners.
“Waar gingen zij naar toe? Hoe gingen ze weg? Deze vragen stelden we nooit”, aldus Tikva.
Toen ik haar vroeg of zij geschokt was door iets waarvan zij getuige is geweest, was haar antwoord: “Niets. Niets! Dat is het juist – niets shockeerde ons.”
Al op jonge leeftijd werd duidelijk dat zij zich aangetrokken voelde tot de doelstellingen en zelfingenomenheid van de zionistische beweging. Haar zionistische ouders waren zo seculier als maar kan, zegt Tikva, en zij en de andere twee kinderen uit het gezin gingen naar een seculiere zionistische school – seculier behalve dat “wij, zes dagen per week, leerden dat de bijbel een historisch document is.” (Tikva betekent Hoop en HaTikva is het Israëlische volkslied).
Decennialang deconstructivisme
Nu, 89 jaar oud, is Tikva een broze verschijning maar mentaal is zij nog steeds messcherp, met een tomeloze inzet en vastberadenheid. De afgelopen decennia heeft zij deze gebruikt om middels wetenschappelijke tijdschriften en artikelen de misdaden waarop de stichting van de staat Israel is gebaseerd te deconstructiveren en aan de kaak te stellen en de psychologische denkwijze te analyseren die essentieel was bij de indoctrinatie van de generatie van 1948, waar ook zij deel van uitmaakte.
“Door de positie die wij innamen [in de Palmach] leek het erop dat wij geen militair apparaat aan het ontwikkelen waren dat afwachtte tot de tijd rijp was om het zionistische plan voor de verovering van het land en de onteigening van de Palestijnse inwoners te realiseren, maar dat wij in feite een ‘revolutionair leger’ van onderdrukten waren”, schreef Tikva 20 jaar geleden in een artikel.
Tikva, die haar hele leven lang overtuigd marxist en socialist was en die als tiener Marx, Engels, Lenin, Plekhanov, Rosa Luxemburg en andere schrijvers had gelezen, begon pas begin jaren zestig van de vorige eeuw het zionisme te beschouwen als een koloniale onderneming, vooral door de oprichting van de Israelische antizionistische politieke partij Matzpen, of de Socialist Organization.
Maar zelfs met dit nieuwe inzicht, zo vertelt ze: “zat ik nog steeds gevangen in de mythen die door Israels sociale en culturele elite gecultiveerd werden….en bovenal in de kameraadschap tussen wapenbroeders die symbool stond voor de hele generatie, en die ik toen nog steeds als een uiting van de allerhoogste waarden beschouwde.”
Het was een onverwachte gebeurtenis in 1983 die haar zoektocht naar de volgende cruciale fase leidde – deze keer op “emotioneel-experimenteel vlak”. In 1983 gaf haar moeder haar brieven die zij aan haar ouders had geschreven in haar jonge jaren. Een van de eerste brieven die ze las was gedateerd 30 oktober 1948.
Het was geschreven op verschillende velletjes papier die ze had gevonden in een verlaten benzinestation. In het briefhoofd stond in het Arabisch en Engels: “Ahmed N Sharabti, Agent of the Shell Company, Bab Al-Wad Artouf Station, PO Box 712, Jerusalem, Palestine.”
Het benzinestation lag in een dorp waar ze zich regelmatig terugtrok voor rust en ruimte, zo herinnert ze zich, dwalend door de lege – ontruimde – Palestijnse huizen.
“Zelfs in de keukens lag nog van alles, achtergelaten door de bewoners die hals over kop gevlucht waren. Ik vond het fijn om in mijn eentje naar dit dorp te gaan, het helemaal voor mijzelf te hebben. Ik ging er vaak ’s avonds naar toe bij zonsondergang. Ik heb nooit ook maar één gedachte gewijd aan de mensen die daar hadden gewoond.”
Gedwongen om te vluchten
Over het briefhoofd zegt Tikva, nog steeds vol ontzetting: “Ik moet de woorden, in kleur gedrukt bovenaan iedere pagina, gezien hebben; ja, ik moet hebben geweten dat er een man was geweest die hier woonde en werkte, verdreven of gedwongen te vluchten door mijn glorieuze broeders in de eenheid waar ik bij diende?”
“Ik had deze herinnering compleet uit mijn geheugen verdrongen, uitgewist”, vervolgt zij. “En toen kwam het allemaal terug toen ik die brief las.”
Haar vermogen om hun slachtoffers te ontmenselijken was perfect, zegt ze.
Tikva schrijft in haar brief over vele Palestijnse vrouwen en kinderen die door hen werden verdreven, “uitgehongerd”. Hun lijden deed haar helemaal niets, maar ze was wel ontzet over het feit dat er een aantal Amerikaanse zionisten in hun eenheid openlijk kritiek hadden op de onverschilligheid van hun kameraden.
“De brief legt een vergevorderd stadium bloot in het proces van dehumanisering en emotionele verlamming die mijn generatie moest ondergaan om de heen opgedragen taken te kunnen uitvoeren: het land te veroveren, de oorspronkelijke Palestijnse bewoners te verdrijven, het grootste deel van hun grond te onteigenen en deze grond tot ‘staatsgrond’ te verklaren.”
Om dit te kunnen doen werden individuele mensenrechten ondergeschikt gemaakt aan de collectieve rechten van de zionistische staat”, voegt Tikva hier aan toe.
“Ik ben opgegroeid in een systeem waar het individu geen enkele rechten had – het werd niet expliciet gezegd maar indirect bevestigd door de gemeenschap en met de staat als afspiegeling daarvan. Het is dit concept om de veiligheid van de staat boven individuele mensenrechten te plaatsen – alles is te verdedigen en te rechtvaardigen als de ‘veiligheid’ van de staat.”
Apartheid in Israel
Tikva ziet weinig verschil tussen de ‘semi-fascistische indoctrinatie’ die haar als kind vormde en de huidige opvattingen waardoor joodse Israëli’s nu gevormd worden – mythen die nog steeds essentieel zijn voor Israel om onteigeningen en mensenrechtenschendingen te rechtvaardigen, en om als een zionistische staat te overleven.
Zij is er van overtuigd dat het apartheidssysteem binnen Israel en ook doorgevoerd in de bezette gebieden; de blokkade van Gaza en het militaire geweld tegen een bevolking die gevangen zit; de buitengerechtelijke executies – allemaal een essentiële uitbreiding is van de ideologie waarop Israel is gegrondvest.
“Het argument is dat het niet alleen om veiligheid gaat, maar om bestaansrecht. Het is een strijd om het bestaan, zij willen ons van de kaart vegen. Zie je de absurditeit van deze voorstelling?
Ik denk niet dat er een koloniale macht is geweest, zelf niet in Zuid Afrika, die deze logica succesvol heeft kunnen omdraaien, om van de kolonisten de slachtoffers te maken.”
De zoektocht van Tikva Honig-Parnass om haar geest te “dekolonialiseren” heeft tientallen jaren geduurd. Met als resultaat vervreemding van haar gemeenschap, maar acceptatie door Palestijnen en mede-internationalisten, zoals zij zichzelf ziet.
Tikva schildert een somber beeld over haar thuis, beschrijft de “IS-isering” van Israel dat steeds ultra-religieuzer wordt, en verder opschuift naar een “typisch fascistische staat”.
Zij noemt de Boycot, Desinvestering en Sancties (BDS) beweging en “tegenstrijdigheden binnen de joodse gemeenschap” als tekens van hoop die haar helpen om door te gaan. En haar kleinzoon die films maakt, voegt ze er trots aan toe, wiens waarden een uitdaging vormen voor de waarden van de samenleving waarvan hij deel uitmaakt.
“Maar er is geen toekomst voor hem hier met zijn denkwijze”, voegt ze er berustend aan toe.
(vertaling Herma van den Brink)
https://www.aljazeera.com/amp/indepth/features/de-colonising-mind-zionist-fighter-journey-180508183223954.html