Europarlementariërs en parlementsleden van 10 EU-lidstaten: Maak een einde aan Israels straffeloosheid
Het aantreden van de huidige ultrarechtse regering van premier Netanyahu in Israël vorige maand is voor een 14-tal Europarlementariërs en een 20-tal landelijke parlementariërs van een tiental EU-lidstaten van diverse politieke richtingen aanleiding geweest om een protestgeluid te laten horen. Protest tegen de annexatieplannen van die regering, maar dat niet alleen.
De ondertekenaars benadrukken dat die plannen voortvloeien uit het bezettingsbeleid van de voorgaande Israëlische regeringen dat het leven van de Palestijnen in door Israël bezet gebied effectief beheerst. Een beleid dat al die tijd werd gekenmerkt door illegale nederzettingenbouw en het verdrijven van burgers die onder bezetting leven. Dit geluid heeft de vorm aangenomen van een brief gericht aan de Hoge Vertegenwoordiger van het Buitenlands- en Veiligheidsbeleid van de Europese Commissie Josep Borrel, gedateerd op 13 januari 2023. Onder de ondertekenaars bevinden zich Europarlementariër Tineke Strik van GroenLinks en de Tweede Kamerleden Sjoerd Sjoerdsma van D66 en Tom van der Lee van GroenLinks.
De briefschrijvers geven aan hoe die annexatieplannen nu al tot uiting komen in verschillende stappen die deze regering en haar ministers momenteel zetten: de geplande gedwongen uitzetting en onteigening van meer dan 1000 Palestijnen van hun huizen in Massafer Yatta in het uiterste zuiden van de Westelijke Jordaanoever, het ´legaliseren´ van buitenposten van koloniale Joods-Israëlische nederzettingen in het bezette Palestijnse gebied die zelfs volgens Israëls´ eigen wetten nog steeds illegaal zijn, de provocaties van de nieuwe extremistische Israëlische minister van Nationale Veiligheid Ben Gvir op het terrein van de grote Haram-Al Sharif moskee in Jeruzalem en het overdragen van het dagelijkse bezettingsbestuur over de Westelijke Jordaanoever aan een andere religieus-nationalistische extremist, Belazel Smotrich, die agressieve kolonisatie- en annexatieplannen koestert.
In deze brief wijzen de (euro)parlementariërs erop dat deze stappen voortvloeien uit het al bestaande discriminerende en ongelijke systeem in Israël en het bezette Palestijnse gebied dat door vooraanstaande mensenrechtenorganisaties als het Palestijnse Al-Haq, het Israëlische B´Tselem, Human Rights Watch en Amnesty International als apartheid is aangeduid volgens de definitie in het internationaal recht. Daarom moeten zij worden tegengegaan door al diegenen in Europa die een consequente toepassing van het internationale recht en de mensenrechten voorstaan.
Volgens de brief van de (euro)parlementariërs heeft het in Israël zover kunnen komen omdat het land in zijn illegale en discriminerende beleid ten aanzien van de Palestijnen altijd straffeloos zijn gang kon gaan en nooit verantwoording heeft hoeven afleggen. Europese relaties met Israël los zien van dat beleid ondermijnt volgens deze (euro)parlementariërs elke Europese aanspraak op het hooghouden van universele rechten en waarden. Om dit beleidsmatige falen recht te zetten eisen zij van de Europese Unie het volgende:
- Aan Israëls´ illegale daden van nederzettingenbouw in bezet Palestijns gebied, het verwoesten van huizen, scholen en andere eigendommen van Palestijnen, hun verdrijving en het schenden van de status quo in Jeruzalem moeten daadwerkelijke consequenties verbonden worden op het vlak van de betrekkingen van de EU met Israël;
- Alle handel in goederen en diensten met de illegale nederzettingen in door Israël bezet gebied moet beëindigt worden en alle bilaterale samenwerkingsprogramma´s met Israël moeten in overeenstemming worden gebracht met het feit dat het bezette Palestijnse gebied niet tot Israël behoort;
- Elke militaire hulp aan Israël dat laatstgenoemde kan misbruiken in zijn gewelddadige politiek in het bezette Palestijnse gebied moet worden beëindigd.
Daaraan voegt de brief nog toe dat indien Israël blijft volharden in zijn discriminerende beleid ten aanzien van de Palestijnen, de samenwerking met dat land stapsgewijs zal moeten worden afgebouwd.
De brief onderstreept dat alleen ‘diegenen die de wet breken om ongelijkheid en discriminatie te vergroten en daarmee de regio destabiliseren, ons aller veiligheid in gevaar brengen en de mogelijkheid van een rechtvaardige vrede proberen te elimineren’ verantwoordelijk zullen zijn voor elke verslechtering van de relaties met Israël.
De brief sluit af met de observatie dat de EU ten aanzien van de Russische invasie van Oekraïne een principiële stellingname ten gunste van een op regels gebaseerde internationale ordening heeft ingenomen. Omwille van een consistent internationaal beleid die gebiedsuitbreiding met geweld ten alle tijden verwerpt, dient de EU ten aanzien van Israël even principieel te zijn.
Lees hier de hele brief