Het Palestijnse BDS National Committee beantwoordt vragen van VN Speciaal Rapporteur
Dr. Ahmed Shaheed is de Speciaal Rapporteur van de Verenigde Naties voor vrijheid van religie en overtuiging. Zijn mandaat behelst het identificeren van bestaande en opkomende obstakels voor het recht op vrijheid van godsdienst of overtuiging te identificeren en aanbevelingen te doen voor manieren en middelen om dergelijke obstakels te overwinnen.
Dr. Shaheed heeft in het kader van zijn functie een aantal vragen gesteld aan Omar Barghouti als vertegenwoordiger van het BDS National Committee (BNC). Het feit dat de Rapporteur deze vragen voorlegde is een duidelijke indicatie van de omvang en het gewicht van de BDS-beweging. De internationale gemeenschap kan niet meer om de beweging heen.
De vragen hebben ten eerste betrekking op de doelstellingen en activiteiten van de BDS-beweging en hoe men waarborgt dat deze de mensenrechten respecteren en niet aanzetten tot haat of geweld. Vervolgens gaan de vragen in op zorgen van Joodse groeperingen dat de beweging uit zou zijn op delegitimisering van Israël. Voorts wordt er gevraagd naar een toelichting op het racistische karakter van zionisme en hoe dit verschilt van antisemitisme. Daarna wordt verder ingegaan op de kritiek van sommige landen en belanghebbenden dat de BDS-beweging antisemitisch zou zijn of een toename van antisemitisme in de hand zou werken. De Speciaal Rapporteur vraagt naar richtlijnen en maatregelen van het BNC met betrekking tot het tegengaan van mogelijk antisemitisme binnen de beweging. Ten slotte vraagt de rapporteur om meer informatie over zaken die bij Europese rechtbanken aanhangig zijn gemaakt om valse en lasterlijke beschuldigingen van antisemitisme tegen de BDS-beweging aan te vechten en wat daarin het oordeel van de rechtbank(en) was.
De vragen boden de kans om nogmaals te benadrukken dat de BDS-beweging geen enkele handeling of uiting tolereert van onder andere anti-zwart racisme, anti-Arabisch racisme, islamofobie, antisemitisme, seksisme, vreemdelingenhaat of homofobie. En ook dat er een brede consensus is onder juristen en burger- en mensenrechtendeskundigen in de Verenigde Staten en Europa dat de valse en lasterlijke beschuldigingen van antisemitisme en bijbehorende beperkende en punitieve maatregelen tegen de BDS-beweging in strijd zijn met grondwettelijk beschermde rechten, met name het grondrecht op vrijheid van meningsuiting.
Omar Barghouti heeft alle vragen stellig en overtuigend beantwoord. Wij gaan ervan uit dat daarmee de mogelijk bestaande zorgen van de rapporteur zijn weggenomen.
U kunt alle vragen en antwoorden hier teruglezen.