30 June 2016

Interview met Shir Hever: BDS kan politieke verandering afdwingen in Israel

Op maandagavond 4 juli spreekt de Isrëlische econoom Shir Hever in Amsterdam, over de militaire betrekkingen tussen Nederland, Europa en Israël, en hoe die bijdragen aan het in stand houden van de bezetting van Palestina. Shir Hever is werkzaam bij het Palestijns-Israëlische onderzoeksbureau Alternative Information Center (AIC). Hij heeft veel publicaties op zijn naam staan over de politieke economie van de bezetting.

Hieronder een interview met Shir Hever door Jan Schnerr van docP. Een uitgebreider kennismaking met Shir Hever is mogelijk aanstaande maandag 4 juli, om 20.00 in het CREA, Nieuwe Achtergracht 170, Amsterdam. De voertaal is Engels.

 

interview met Shir Hever

(for English click here)

Je bent naar de Freie Universität in Berlijn gegaan. Waarom?
Ik woon eigenlijk in Heidelberg, hoewel ik mijn proefschrift schrijf voor de Freie Universität in Berlijn. Ik ben mijn partner gevolgd, die een baan vond in Duitsland. Vanwege de uitgebreide emigratie van jongeren en hoog-opgeleiden, heeft een groot deel van mijn familie en vrienden Israël al verlaten en Berlijn is een favoriete bestemming, waar ik veel van mijn oude vrienden uit Jeruzalem en Tel-Aviv tegenkom.

Wat motiveerde je om de Israelische militaire sector te onderzoeken en BDS te steunen? Hebben je opvoeding en familie-achtergrond daar een rol in gespeeld of was het iets dat je later ontdekte?
Ik ben inderdaad opgegroeid in een links en kritisch gezin en werd van kinds af aan geleerd om vragen te stellen. Ik ging naar een zeer militaristische school, dus ik heb ook het zionistisch perspectief geleerd, maar ik wilde niet direct deel uitmaken van de bezetting als soldaat. In een poging om een niet-gevechts soldaat te worden, meldde ik me aan voor een jaar maatschappelijke dienstplicht in de stad Sderot en daar had ik tijd om na te denken over politiek, om te horen van mijn vrienden die dienden in het leger en om aspecten van de Israëlische maatschappij te zien waarvan ik het bestaan nooit gekend had. Ik besloot helemaal geen militaire dienst te doen. Door net te doen of ik gek was, kreeg ik makkelijk vrijstelling, zoals duizenden anderen elk jaar doen.
“Pas op de universiteit werd ik mij echter bewust van de Palestijnse kant van het verhaal, toen er Palestijnen werden uitgenodigd door een actiegroep genaamd “The Campus Will Not Stay Silent” om te spreken over hun ervaringen tijdens de Tweede Intifada.

Ik begon politiek actief te worden en sloot me aan bij het Alternative Information Center, een gemengd Palestijns/Israëlische organisatie.
BDS steunen ging vanzelf aangezien ik bij de groep activisten zat die allerlei strategieën bekeken om de bezetting te bestrijden. Als econoom vond ik dat BDS een heel groot effect kan hebben op de Israelische economie en maatschappij en ook Palestijnen kon aanmoedigen om geweldloos verzet te gebruiken.

De keuze van het onderwerp van mijn onderzoek werd gemaakt in een activistische omgeving en ik schreef gewoonlijk rapporten en onderzoeken over onderwerpen op verzoek van activisten. Nadat ik mijn boek had geschreven over de politieke economie van de Israëlische bezetting, realiseerde ik mij dat de Israëlische militaire industrie en de Israëlische wapenexport heel belangrijk zijn om het plaatje compleet te maken, om uit te leggen hoe de Israëlische bezetting past bij wereldwijde belangen en dus koos ik dat als onderwerp voor mijn proefschrift.

Er wordt beweerd dat de Israëlische bevolking mentaal en psychologisch steeds meer geïsoleerd raakt van de rest van de wereld. Is dat ook jouw ervaring?
Absoluut niet. Israëli’s zijn heel afhankelijk van het gevoel deel uit te maken van het “westen” en Europa (hoewel Israël niet in Europa ligt). De fascinatie van Israëli’s met de Europese Voetbalbeker, met het Eurovisie Songfestival etc. is daar één aspect van, maar ook het verlangen om over de wereld te reizen, westerse cultuur te consumeren etc. Ik geef toe dat toen BDS begon, ik niet dacht dat het belangrijkste effect ervan juist in de culturele sfeer zou zijn. Elke keer als een beroemde artiest een optreden in Israël schrapt, zijn de reacties erg heftig, want Israëli’s willen niet het gevoel hebben dat ze geïsoleerd worden. Het feit dat Israeli’s bereid zijn om een dubbele prijs te betalen voor kaartjes van artiesten die ervoor kiezen de boycot te schenden en in Israël op te treden toont dat aan. Dit is trouwens zelfs de reden waarom BDS een succesvolle tactiek is; het raakt een gevoelige snaar in de Israëlische cultuur, de behoefte om erbij te horen.

Als we luisteren naar Netanyahu en Lieberman krijgen we hier de indruk dat de verdeeldheid tussen Joden en Palestijnen in Israël zelf steeds toeneemt. Is dat zo?
Op politiek niveau, ja natuurlijk. De Israëlische regering schaamt zich er niet voor om op te roepen tot segregatie en om Palestijnen als groep te demoniseren. Op lokaal en persoonlijk niveau zijn er zoveel gevallen van Palestijnen en Joden die samenwerken, vrienden worden, gezinnen stichten. Segregatie is nooit 100% succesvol. Het is waar dat veel Israëlische Joden weinig contact hebben met Palestijnen en heel weinig van hen afweten. Heel weinig Israëlische Joden nemen de moeite om Arabisch te leren. Maar Palestijnse Israëli’s, aan de andere kant, hebben regelmatig contact met Israëlische Joden, spreken goed Hebreeuws en hebben een goed begrip van de Joodse cultuur en politiek.

Hoe verklaar je dat een Israelische generaal de situatie in zijn land vergeleek met Duitsland in de jaren dertig?
Generaal-majoor Yair Golan staat er bekend om dat hij heel direct is en niet al te voorzichtig met wat hij zegt. In een lezing die hij in 2007 hield, gaf hij toe dat het belangrijkste doel van de Afscheidingsmuur de segregatie van bevolkingsgroepen is en dat veiligheid op de tweede plaats komt.

Momenteel vindt in Israël een heftige strijd plaats tussen twee rivaliserende elites. De oude militaire elite in Israël (waartoe Golan behoort) gaat door een crisis en verliest veel van zijn invloed op de regering en de zakensector.

De militaire elite is niet links, progressief of gekant tegen de bezetting, maar gelooft in het creëren van een “intelligente” bezetting, een zorgvuldig en gepland gebruik van geweld om de Palestijnen onder controle te houden. Zij zijn bang voor het populisme van de Israëlische regering en hoe dat de ongelimiteerde wreedheid van de Israëlische soldaten tegen de Palestijnen aanmoedigt. Golan suggereerde dat dit soort populisme en wreedheid geen teken zijn van Israëlische kracht, maar juist een teken van zwakte.

Zijn verklaring werd sterk bekritiseerd en gaf de regering de gelegenheid om nog meer populistische verklaringen te doen. Minister van Defensie Ya’alon (ook een lid van de Israëlische militaire elite en voormalig legercommandant) werd gedwongen om af te treden en werd vervangen door Lieberman, die geen lid is van de militaire elite.

Dienen militarisme en oorlog (ook) als dekmantel voor spanningen binnen de Israelisch-Joodse maatschappij?
Ik zou niet zozeer zeggen militarisme en oorlog, maar eerder een obsessie met veiligheid. Israël heeft al sinds 1973 geen conventionele oorlog uitgevochten, maar is constant verwikkeld in asymmetrische conflicten in civiele gebieden, waarbij Israëlische soldaten zware wapens gebruiken in gebieden vol burgers. Maar de constante angst voor vergelding, de dreiging van echt en vermeend terrorisme, worden zeer cynisch uitgebuit door de Israëlische regering om af te leiden van de brandende maatschappelijke kwesties in Israël.

Een goed voorbeeld hiervan is de aanval in 2011 op een Israëlische bus tijdens massale maatschappelijke protesten in Israël. Netanyahu deelde snel mee dat de aanvallers uit Gaza kwamen en beval een bombardement op Gaza, waarbij vijf Palestijnen gedood werden. Hoewel de aanvallers niet uit Gaza kwamen, besloten de Palestijnen de Israëlische moord op onschuldige Palestijnen niet te vergelden, omdat dat Netanyahu’s wens om het sociale protest te onderdrukken, zou dienen. Ik denk dat we uit dit voorbeeld wel kunnen afleiden hoe goed de Palestijnen de Israëlische maatschappij begrijpen. Interessant genoeg werd het maatschappelijk protest uiteindelijk met weinig resultaat afgesloten en blijft het onderwerp veiligheid de Israelische politieke discussie beheersen.

Als we het hebben over de grote militaire bedrijven als Israeli Aerospace Industries (IAI) en Elbit, vormen die een groot aandeel van de Israëlische economie?
De wapensector is een groot onderdeel van de Israëlische industriële sector en de twee grootste wapenbedrijven zijn het overheidsbedrijf IAI en het particuliere Elbit Systems. Er zijn tegenstrijdige cijfers uit verschillende bronnen en ik schat dat 11% van de totale Israëlische uitvoer bestaat uit veiligheids- en militaire export, waarvan die twee bedrijven meer dan de helft bijdragen. Natuurlijk is dit zeer belangrijk voor de Israëlische economie en in geen enkel ander land ter wereld vormen wapens zo’n groot deel van de totale export (zelfs niet in de VS, de grootste wapenexporteur ter wereld). Maar toch moet je niet vergeten dat het grootste deel van de Israëlische export niet uit wapens bestaat en dat de meeste industriebedrijven en werknemers burgers zijn.

Hoe is Nederland (en de EU) het meest medeplichtig aan het steunen van het Israëlische militair/industrieel complex? Via subsidies en financiering, wetenschappelijk onderzoek, wereldwijde productiefaciliteiten, aankoop van Israëlische militaire producten en diensten, of het leveren van belastingfaciliteiten voor de winst van de bedrijven?
Al die dingen, maar de medeplichtigheid zit hem niet alleen in het helpen financieren van de Israëlische wapenindustrie, maar ook in het legitimeren ervan. Als Nederlandse en Europese politici veiligheidssamenwerkingsprojecten met Israël promoten, zijn ze zich er volledig van bewust dat de Israëlische wapenindustrie gebaseerd is op de Israëlische militaire ervaring in bezet Palestijns gebied, technologie die ontwikkeld is bij de onderdrukking van Palestijns verzet en het uitoefenen van controle over een grote bevolkingsgroep die de meest basale rechten ontzegd wordt. Dus zenden al die banden tussen Europese en Israëlische wapenbedrijven de boodschap dat Europa de Israëlische bezetting accepteert en er zelfs van wil leren. Generaal Yoav Galant (momenteel Israëls minister van Huisvesting) stelde “buitenlandse regeringen zijn hypocriet. Aan de ene kant kritiseren ze wat we doen, maar dan komen ze naar ons toe om te leren hoe we het doen.”

BDS-campagnes in Europa kunnen potentieel heel krachtig zijn, gezien het feit dat de EU altijd al een van Israël’s grootste afzetmarkten was. Denk je dat de BDS-inspanningen hier het meest effectief kunnen zijn – of toch in de VS of elders?
Uiteindelijk zijn de meest effectieve BDS-campagnes niet per se wat het grootste financiële effect heeft, maar wat de aandacht van het Israelische publiek krijgt. BDS in de VS gaf de Israeli’s zeer effectief het gevoel, “zelfs onze nauwste bondgenoot verandert van mening over ons”, maar hetzelfde geldt voor de BDS-acties in Duitsland. Europa blijft Israëls grootste markt voor zowel export als import, maar het is niet zo dat BDS dat probeert te veranderen. BDS is geen gereedschap om de Israëlische economie te beschadigen, maar om politieke verandering af te dwingen.

Nederland spelt een belangrijke rol vanwege het belang van de haven van Rotterdam voor de Israëlische export naar Europa, vooral van landbouwproducten, die van groot symbolisch belang is. Als Nederland strengere controle wil op die import, heeft dat een direct effect op de illegale Israëlische kolonies in de Jordaanvallei, het vruchtbaarste land in heel Palestina.

Is BDS een grotere bedreiging voor de Israelische economie of voor haar imago?
BDS is er niet op uit de Israëlische economie te beschadigen, maar om de Israëli’s ervan te overtuigen dat het onhoudbaar is om het international recht te schenden. Ik geloof niet dat de Israëlische regering zo lang doorgaat met haar beleid van apartheid en bezetting dat dat BDS in staat stelt lange-termijnschade aan te richten onder de Israëlische export. Als Israëlische bedrijven naar andere landen gaan verhuizen om BDS te vermijden, zal de Israëlische regering ofwel instorten of van beleid veranderen. De meerderheid van het huidige Israëlische publiek is (in tegenstelling tot de jaren ’70 en ’80) niet meer bereid grote offers te brengen voor het zionisme.

Het Israëlische imago is echter al sterk beïnvloed door BDS. De kracht van BDS is dat het een beweging is die is gebaseerd op onderzoek en informatie en dat activisten via BDS in staat zijn het publiek in te lichten over de situatie in Palestina en materiaal te verspreiden. Het imago van Israël in de wereld verandert daardoor en dat heeft niet minder effect op Israëlische besluitvormers dan de economische impact.

Wat zouden belangrijke aandachtspunten kunnen zijn voor organisaties als docP en Stop de Wapenhandel?
In mijn ervaring is het een heel slecht idee voor iemand uit Israël/Palestina om organisaties te gaan vertellen waar zij zich op zouden moeten concentreren. Jullie weten vast beter dan ik wie jullie publiek is, met wat voor soort boodschap je die het best kunt bereiken en wat die lokaal kunnen doen en kunnen organiseren. Palestijnse solidariteitsgroepen werken in een heel breed spectrum van contexten – van studenten- tot kerkelijke groepen, van vakbonden tot bewegingen voor maatschappelijke rechtvaardigheid en het milieu. Mijn enige aanbeveling zou zijn om iets te kiezen dat binnen Israël impact heeft, iets waarbij grote en bekende Israëlische bedrijven, politici etc. betrokken zijn. En dat dat soort projecten vergezeld worden door onderzoek. Activisten kunnen alleen succes hebben als ze een hoop informative hebben die ze kunnen verspreiden in het kader van hun actie. Het is nooit genoeg om te zeggen “laten we dit bedrijf boycotten omdat het Israelisch is.” Je moet uitleggen waarom.

30 juni 2016

BDS Nederland op Twitter