Israel en Palestina: kolonisten, nederzettingen en academische vrijheid
Zowel in de VS als in Australië zijn de afgelopen jaren oude wetenschappelijke theorieën over de historische analyse van Europese kolonisatiebewegingen – in verschillende delen van de wereld en in verschillende periodes – onder het stof vandaan gehaald. Deze theorieën worden nu opnieuw gebruikt om de moderne geschiedenis van deze landen te duiden. Toonaangevende historici van over de hele wereld hebben het denkmodel over kolonialisme aangepast: het omvat nu alle plekken waar Europese immigranten niet-Europese landen hebben gekolonialiseerd, eerst met behulp van het koloniale rijk en vervolgens strijdend tegen zowel het rijk als de inheemse bevolking.
Alle landen in Noord-, Centraal- en Zuid-Amerika zijn voormalige kolonies. Evenals Australië, Nieuw Zeeland, Algerije, Zimbabwe en Zuid-Afrika. Wij bedoelen hiermee dat ze een koloniale geschiedenis hebben of nog steeds strijden tegen de inheemse autochtone bevolking.
In veel gevallen heeft de kolonistenbeweging de inheemse bevolking uitgemoord (in de Amerika’s en Australië). Op andere plekken zoals Algerije waren de kolonisten verwikkeld in een lange en bloedige bevrijdingsoorlog en in Zuid-Afrika en Zimbabwe heeft de kolonistenbeweging een apartheidssysteem opgelegd, gepaard gaande met etnische zuiveringen.
De geschiedenissen van al deze landen, inclusief de onaangename hoofdstukken, zijn vrijelijk geanalyseerd door academische instellingen over de hele wereld en dit heeft enorm geholpen bij het proces van verzoening en sociale harmonie. Een land benoemen als een land met een koloniaal verleden is geen ondermijning van zijn legitimiteit en is geen ideologische kruistocht. Dit gegeven wordt nu in de academische wereld geaccepteerd als een algemene waarheid.
Binnen deze nieuwe wetenschappelijke ontwikkeling zijn er heel wat academici, ook in Israel, die wilden onderzoeken of deze academische stelling ook toepasbaar is op Israel en Palestina. Het wetenschappelijke tijdschrift ‘Journal of Settler Colonial Studies’ heeft 2 nummers aan deze stelling gewijd en het toonaangevende tijdschrift over postkoloniale studies ‘Interventions’ gaat een speciaal nummer aan dit onderwerp uitgeven. Tientallen studenten over de hele wereld, waaronder in Duitsland, doen in hun master-opleiding onderzoek naar dit paradigma in het geval van Israel en Palestina: het roept niet alleen vragen op over Israel in het verleden, maar ook over de Palestijnse strijd en strategie nu en in de toekomst. Belangrijker nog is dat het een nieuw licht werpt op de mogelijkheid van vrede en verzoening na decennia van een falend vredesproces (dit is waar wetenschap voor bedoeld is).
De toepassing van de nieuwe denkwijze riep enige bezorgdheid op, maar die kon op een bevredigende wijze worden weggenomen. Op de Amerikaanse Berkeley universiteit ontstond onrust over een cursus met als thema het kolonialisme in Israel/Palestina; de universiteit onderzocht dit en oordeelde dat het thema valide en puur academisch was. Ook in het VK ontstond onrust toen de universiteit van Exeter een conferentie organiseerde over kolonialisme in Palestina. Een vruchtbare dialoog met de Anglo-joodse gemeenschap had als uitkomst dat dit thema niet alleen gezien kan worden als een legitiem onderwerp voor een conferentie maar ook als een belangrijke bijdrage aan verder onderzoek naar Israel en Palestina.
Mensen het zwijgen opleggen omdat zij doceren over kolonialisme of etnische zuivering in Israel en Palestina, of omdat zij dit verder willen onderzoeken, is een ernstige schending van academische vrijheid en vrijheid van meningsuiting. Dit de-legitimeert de overgrote meerderheid van academici die momenteel onderzoek doen naar Israel en Palestina. Veel onderzoekers gebruiken deze theorieën om het verleden en het heden te begrijpen. Om iemand hierom te ontslaan of op non-actief te zetten, vormt een belediging voor zowel het verleden als voor succesvolle pogingen om daar te bouwen aan een vrije en democratische samenleving. Helaas gebeurt dit nu in Duitsland. Ik wil hier met name vermelden wat Eleonora Roldán Mendívil en Farid Esack is overkomen.
Eleonora Roldán Mendívil is een jonge academica die een cursus ‘Racisme in kapitalisme’ gaf aan het Otto-Suhr-Instituut van de Vrije Universiteit in Berlijn. Nadat schimmige rechts-zionistische bloggers claimden dat haar beoordeling van Israel als een koloniaal project en apartheidsstaat een antisemitische uitspraak is, een claim die overgenomen werd door de rechts-populistische krant Jerusalem Post en een pro-Israel studentengroep aan de Vrije Universiteit, werd haar aanstelling voor het volgende semester bij het Instituut niet verlengd. Het is hier belangrijk te benadrukken dat haar uitspraak over Israel gedaan werd in een activistische context en niet tijdens de cursus. Haar werk wordt nu geëvalueerd naar aanleiding van bovengenoemde claims en met alle respect voor collega Prof.dr. Benz die de evaluatie leidt, hoop ik dat deze toetsing gebeurt in de geest van wat in dit artikel beschreven wordt. Als mijn expertise op dit gebied relevant wordt geacht, wil ik graag een bijdrage leveren aan deze evaluatie.
Professor Farid Esack is een moslim bevrijdingstheoloog, een voormalige vooraanstaande antiapartheidsstrijder en leider van de BDS beweging in Zuid-Afrika. Tot voor kort had hij een aanstelling als gasthoogleraar bij de Academie van Wereldreligies van de universiteit van Hamburg. Ook hij werd beticht van antisemitisme, terreur-verheerlijker, holocaust-ontkenner. De Duitse pers was er als de kippen bij om over professor Esack te schrijven en spreken en welke ongegronde beschuldigingen aan zijn adres dan ook gretig breed uit te meten, maar – enkele uitzonderingen daargelaten – blijkbaar niet in staat om rechtstreeks met hem te communiceren. De grootste oppositiepartij in de stad Hamburg, het CDU, gaat een ontwerpresolutie indienen bij het parlement van de deelstaat Hamburg. Als deze resolutie wordt aangenomen wordt BDS als antisemitisch aangemerkt.
De Academie van Wereldreligies heeft zich nu gedistantieerd van het aanbod van gasthoogleraarschap aan professor Esack. Dit ondanks het feit dat volgens hun eigen verklaring Esack een briljante academische reputatie heeft en dat hij niets heeft gedaan dat deze reputatie zou aantasten. Wat zijn aanvallers ondraaglijk vinden is dat professor Esack het handelen van de staat Israel regelmatig vergelijkt met dat van de voormalige apartheidsstaat Zuid-Afrika en dit toetst aan de definitie van apartheid onder internationaal recht. Als gevolg van zijn overtuiging heeft Esack zich verbonden aan de boycotbeweging die is opgericht door de Palestijnse gemeenschap, namelijk BDS. BDS is breed gedragen door zowel de Zuid-Afrikaanse bevolking als door politici.
Het lijkt er wederom op dat principiële wetenschappelijke uitgangspunten aan de kant worden gezet zodra iemand van antisemitisme beticht wordt: blijkbaar moet het aan het Duitse publiek en de pers worden benadrukt dat dat dit geen religieus vraagstuk is met onaantastbare leerstellingen, maar dat het veeleer de vraag is of Israel een apartheidsstaat en/of – zoals ik in eerdere publicaties heb geschreven –een kolonistenstaat is die volgens internationaal recht verschillende misdaden begaat, in het bijzonder de misdaad van etnische zuivering, een vraagstuk dat zeer wel besproken en benoemd kan worden binnen een wetenschappelijk raamwerk en in het publieke debat. De Palestijnen zijn gedoemd tot onzichtbaarheid door dit soort haatdragende discussies: de huidige realiteit wordt aan het zicht onttrokken door het rookgordijn van antisemitisme en 70 jaar leed en ellende worden met succes begraven, tenminste als we de onruststokers toestaan hun wil op de leggen.
Daarom doe ik een beroep op het Duitse publiek en de media om personen die de zionistische overtuigingssytemen op een eerlijke manier uitdagen, vooral in de academische wereld. Het gaat hier om de ruimte om uiting te geven aan hun zienswijze en een publiek debat hierover aan te kunnen gaan zonder bang te hoeven zijn belasterd en beschadigd te worden. Debat is geen obstakel voor wetenschappelijke vooruitgang, integendeel, het is één van de voornaamste bestanddelen.
Ik wil hierbij uit het diepst van mijn hart mijn solidariteit betuigen aan mijn collega’s in kwestie – Eleonora Roldán Mendivíl en professor Farid Esack- en ieder ander die op een soortgelijke manier wordt aangevallen. Ik ben van plan om de ontwikkelingen in Duitsland te volgen en ik hoop van harte dat wetenschappelijke onderbouwing leidend zal zijn.
Vertaling van artikel van Ilan Pappé, op 1 maart 2017 gepost op de website van de BDS-Beweging.