Israel wil gunstige belastingregels voor Amnesty International terugdraaien
De Israëlische regering is van plan om de belastingvoordelen waarvan Amnesty International (AI) nu kan profiteren weer in te trekken als straf voor AI’s anti-nederzettingen campagne. Volgens AI is dit een “onheilspellend voorteken voor de vrijheid van handelen van mensenrechtenorganisaties in Israël”.
De Israëlische krant Haaretz meldde eerder deze week dat vertegenwoordigers van AI bij het ministerie van Financiën worden ontboden voor een gesprek over het voornemen om giften van Israelis aan AI niet langer aftrekbaar te maken. Volgens een woordvoerder van AI komt deze organisatie pas sinds oktober vorig jaar in aanmerking voor belastingvrijdom.
In juli van dit jaar circuleerde het bericht dat Miki Zohar, die voor de rechtse Likud partij in de Knesset zit, de minister van Financiën schriftelijk heeft verzocht gebruik te maken van de anti-boycot wet van maart dit jaar, bedoeld om buitenlandse bezoekers die openlijk steun hebben uitgesproken aan de BDS beweging de toegang tot Israel te ontzeggen. Volgens Miki Zohar kan deze wet ook gebruikt worden om “met onmiddellijke ingang te stoppen met belastingvoordeel bij donaties aan Amnesty, omdat deze organisatie anderen aanmoedigt om Israel helemaal of gedeeltelijk te boycotten”.
Amnesty International is in juni een campagne gestart waarin de internationale gemeenschap wordt opgeroepen tot een totale boycot van illegale Israelische nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Deze oproep geeft een krachtige impuls aan de BDS beweging, terwijl de Israelische autoriteiten er juist op uit zijn BDS op alle fronten te bestrijden.
Een woordvoerder van AI verklaarde dat dit nieuws “zeer alarmerend” is maar voegde er aan toe dat de organisatie officieel nog niet op de hoogte is gesteld. Maar als de berichten waar zijn, dan zou dit een “zware tegenslag betekenen voor de vrijheid van meningsuiting” en een “onheilspellend voorteken voor de vrijheid van handelen, zonder willekeurige inmenging, van mensenrechtenorganisaties in Israel”.
In de verklaring onderstreepte AI het standpunt van de internationale gemeenschap dat Israels nederzettingenbeleid in bezet Palestijns gebied illegaal is onder internationaal recht en dat deze nederzettingenpolitiek heeft “bijgedragen aan decennialang lijden en [mensenrechten]schendingen” in de bezette Palestijnse gebieden.
“Als mensenrechtenorganisatie, stelt Amnesty International zich ten doel om erop toe te zien dat regeringen aan hun verplichtingen onder internationaal recht voldoen en dergelijke schendingen niet voeden. Daarom is onze campagne gericht op staten over de hele wereld en roepen wij hen op niet langer een illegale situatie in stand te houden door financieel bij te dragen aan Israels onrechtmatige, discriminerende en onwettige nederzettingenpolitiek”. Landen die producten uit Israelische nederzettingen toelaten op hun markten en ondernemingen toestaan in illegale nederzettingen te werken “helpen rechtstreeks mee aan de groei en bloei van illegale nederzettingen”.
Israelische autoriteiten richten hun pijlen op mensenrechten groeperingen die actief zijn in de bezette Palestijnse gebieden en proberen op allerlei manieren hun werk onmogelijk te maken. Onder de anti-BDS wet is recent een aantal pro-Palestijnse activisten de toegang tot het land geweigerd, waaronder joodse activisten die betrokken zijn bij de boycotbeweging.
Ook werd eerder deze maand bekend dat Israel voor tientallen (nieuwe) buitenlandse medewerkers van grote internationale hulpverleningsorganisaties het verstrekken van visa heeft opgeschort of vertraagd, wat mogelijk bedoeld is om hulp aan Palestijnen onmogelijk te maken. Volgens Israel is dit niet zo en is het een puur kwestie van ‘procedurele aard’.
Verkorte vertaling van een bericht op www.maannews.com