Jisr al-Zarqa is net een gevangenis
Half afgebouwde huizen staan dicht op elkaar gepakt langs de smalle straatjes in het Palestijnse kustdorp Jisr al-Zarqa, een van de armste en dichtstbevolkte dorpen in Israel, dat zijn naam dankt aan het riviertje dat er langs stroomt. “In Jisr [al-Zarqa] wonen is alsof je in een gevangenis woont”, aldus de 15 jarige Jalal. Het dorp is aan alle kanten ingesloten en er is geen strookje grond meer waarop gebouwd kan worden. Jalal denkt dan ook niet dat hij ooit nog ergens een plek zal vinden waar hij een eigen huis kan bouwen. “Iedereen die de mogelijkheid heeft gaat weg uit Jisr omdat er geen grond meer is. Kijk maar om je heen. Iedereen bouwt de hoogte in, de ene verdieping bovenop de andere”.
Murad Amash, hoofd van Jisr’s dorpsraad, voegde daar aan toe: “Het dorp ligt ingeklemd tussen welvarende joodse steden, door de staat aangewezen natuurreservaten, de zee en een grote snelweg.” Samen met mensenrechtenorganisaties is Amash in een bureaucratisch gevecht verwikkeld waarin druk op Israel wordt uitgeoefend voor meer bouwgrond in Jisr en voor een nieuw stadsontwikkelingsplan. Maar er is hiertegen veel verzet vanuit een coalitie van belanghebbenden, waaronder de drie omringende joodse steden: Beit Hanania ten oosten, Maagan Michael ten noorden en in het zuiden Caesarea, woonplaats van Israel’s minister-president Benjamin Netanyahu. Een drukke snelweg langs de kust, aangelegd in de zestiger jaren, sluit het dorp af aan de oostkant, en de Middellandse Zee ligt aan de westkant.
En of dit allemaal nog niet genoeg was, heeft Israel in de afgelopen 20 jaar drie natuurreservaten aangelegd op stukken grond van Jisr al-Zarqa, waardoor deze grond wettelijk gezien niet meer bebouwd mag worden.
“Dit land is eigendom van inwoners van Jisr, die nog steeds de eigendomspapieren in hun bezit hebben. Er werd onteigend om ‘ecologische redenen’, maar de logica hiervoor is ver te zoeken”, verklaarde Amash. Volgens de Israelische Autoriteit voor Natuurbeheer zijn de drie reservaten aangelegd ter bescherming van een nabij gelegen rivier, een kuststrook en een oud waterwegsysteem dat recentelijk is blootgelegd.
Critici zijn van mening dat de natuurreservaten, de snelweg en andere versperringen het gevolg zijn van Israel’s al lang bestaand koloniaal beleid, bedoeld om uitbreiding van Palestijnse steden te belemmeren en de judaisering van openbare ruimten te bevorderen. Na de Nakba in 1948, toen Palestijnen gedwongen werden om hun land achter te laten, vielen Palestijnse inwoners die niet gevlucht waren ten prooi aan massale landonteigeningen. Terwijl er sinds 1948 meer dan 700 steden voor de joodse bevolking zijn gebouwd, zijn er voor Arabieren weinig tot geen gebouwd.
“Jisr staat niet op zichzelf. Wat hier gebeurt, gebeurt in alle Arabische steden en dorpen in Israel” zo verklaarde de manager van het enige hostel in het dorp. “Uiteindelijk zal het hele Palestijnse volk in opstand komen. Als je een bevolking onderdrukt, zal het een keer exploderen….Deze situatie is ook niet goed voor joodse inwoners. Het kan zo niet eeuwig doorgaan.”
Na 10 jaar bureaucratische rompslomp heeft de Staat eindelijk een nieuw stadsontwikkelingsplan voor Jisr goedgekeurd, dat aansluit op een eerder plan voor de westkant van het dorp.
“Het plan voldoet niet aan wat wij nodig hebben, maar het zal ons tijdelijk, misschien een jaar of 10, wat meer lucht geven”, zo zei Amash. “We hebben dan plek voor de bouw van kinderopvangcentra, een school, een nieuwe woonwijk, een feestzaal en wat bedrijfjes.”
Het nieuwe plan voorziet in de verplaatsing in oostelijke richting van de snelweg, waardoor 230 ha land vrijkomt voor Jisr – land dat nu bij Beit Hanania hoort, dat een aantal maanden geleden tegen dit plan een verweerschrift indiende bij het Hooggerechtshof.
“Wij vechten voor ons land, dat we nodig hebben voor de teelt van onze gewassen, wij leven daarvan”, verklaarde Yoram Sagi, voorzitter van Beit Hanania’s gemeenteraad, en hij voegde daar aan toe dat verplaatsing van de snelweg tientallen miljoenen dollars zal gaan kosten. “Ze hebben genoeg plek om te bouwen daar in Jisr – ze kunnen de hoogte in bouwen, of het grondgebied dat ze al bezitten beter benutten.”
Daarnaast stuurde het Caesarea Fonds, een samenwerking tussen Israel en de rijke Rothschild familie, een brief naar de minister van Binnenlandse Zaken waarin protest werd aangetekend tegen een ander onderdeel van het plan. Ten noorden van Caesaria zou een verbindingsweg tussen een woonwijk aan de zuidkant van Jisr en de snelweg moeten komen op een smalle strook grond, behorend bij de percelen die door de Rothschilds aan Israel zijn geschonken. momenteel is het een braakliggend terrein en onderdeel van een verhoogde grondwal die Caesaria heeft aangelegd als afscheiding van het Arabische dorp.
Volgens de brief betekent de aanleg van de verbindingsweg een “schending van een historische overeenkomst tussen de Rothschilds en de staat Israel”, die de overdracht van land van de regionale overheid aan het Arabische dorp verbiedt.
De villa’s en weelderige tuinen in Caesaria contrasteren sterk met het armoedige Jisr, waar de inwoners de dagelijkse realiteit het hoofd moeten zien te bieden. “Als ik een zoontje krijg, dan moet ik mijn appartement later in tweeën splitsen”, vertelt een inwoonster die buiten staat met haar 2 dochtertjes. “We hebben geen tuin, geen plek om de auto te parkeren, er is geen kinderopvang in Jisr voor mijn kinderen. Het is moeilijk”. Ze vervolgt: “Veel mensen zijn gedwongen om zonder vergunning te gaan bouwen. Mijn broer heeft geld geleend en een mooi huis gebouwd, vlakbij Caesaria, waar ze de grondwal hebben aangelegd. Hij is eigenaar van de grond en wachtte tevergeefs op een bouwvergunning, maar Israel staat niet toe dat wij daar bouwen. Ze hebben tien jaar geleden al een ander huis van ons gesloopt, omdat het te dicht bij het natuurreservaat stond. Mijn broer is nu ten einde raad, hij heeft net een bevel tot sloop ontvangen.”
Ingekorte vertaling van een artikel van Yuval Abraham op www.aljazeera.com