Leden van het Europees Parlement roepen de EU op om handel met illegale nederzettingen te verbieden
Bron: ECCP
Een groep van 46 leden van het Europees Parlement (EP) stuurde een brief naar de vicevoorzitter en handelscommissaris van de EG, Valdis Dombrovskis. Zij vragen om “een WTO-compatibel voorstel naar het Europees Parlement en de Europese Raad te sturen, dat de handel met, en steun voor nederzettingen, in gebieden die volgens het internationaal recht als illegaal bezet gebied worden beschouwd, te verbieden”.
Dit partij-overschrijdende initiatief werd gesteund door EP-leden van de Renew-, The Greens-, S&D-, GUE / NGL-, en EVP-fracties. De brief van het EP herinnert eraan dat het “de bevoegdheid van de EU is op grond van artikel 207 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie om besluiten te nemen, gezamenlijk door de Europese Raad en het Europees Parlement, over de regels die van toepassing zijn op goederen die de Europese interne markt en douane-unie binnenkomen.”
De Europese Unie erkent de soevereiniteit van Israël over de oPT (occupied Palestinian Territories, bezette Palestijnse gebieden) niet en veroordeelt de Israëlische annexatiepolitiek. Volgens het internationaal recht is handel met nederzettingen een schending van de verplichting om nederzettingen niet te erkennen en niet bij te staan.
De brief van het EP komt een paar dagen nadat het Koninkrijk Marokko de betrekkingen met Israël officieel heeft genormaliseerd in ruil voor de erkenning door de VS van de soevereiniteit van Marokko over het bezette gebied van de Westelijke Sahara, hetgeen volgens het internationaal recht illegaal is. In die stap normaliseren beide landen hun decennialange bezetting van gebieden waar illegaal gebouwde nederzettingen profiteren van en tot bloei komen door de handel met de EU.
Momenteel heeft Ierland een wetsvoorstel op zijn wetgevingsagenda staan om de handel met bezette gebieden te verbieden, zodat de nationale handelswetgeving en -praktijk in overeenstemming zijn met het internationaal recht en het Ierse beleid.
In februari 2020 publiceerde de VN een lijst van 112 Israëlische en multinationale ondernemingen, waaronder 8 in de Europese Unie, die direct en indirect betrokken zijn bij Israëls illegale nederzettingenonderneming en daarmee samenhangende schendingen van het internationaal recht.
Reeds in 2015 hebben tientallen vooraanstaande juridische experts van over de hele wereld een brief gestuurd naar de EU en haar lidstaten om hen ervoor te waarschuwen dat ze hun fundamentele wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit de plicht tot niet-erkenning van en het niet verlenen van bijstand aan illegale Israëlische nederzettingen en hun economische activiteiten dienen na te leven en daarom om een importverbod op nederzettingenproducten dienen op te leggen.
Vorig jaar weigerde de Europese Commissie (EC) een burgerinitiatief te registreren dat was voorgesteld door een groep Europese burgers die het verzocht om de handel tussen de EU en bezette gebieden te reguleren. In haar weigering voerde de EC aan dat zij niet bevoegd is om sancties voor te stellen.
Het burgerinitiatief ging echter niet over sancties, maar louter over de toepassing van de eigen handelsregelgeving van de EU om de Europese consumenten te beschermen tegen illegale handel en om de integriteit van de interne markt en de plichten van de EU inzake niet-erkenning van en niet-bijstandsverlening aan de handhaving van onwettige situaties onder internationaal recht.
Na de weigering dienden de initiatiefnemers van het burgerinitiatief een klacht in tegen de Europese Commissie bij het Europese Hof van Justitie.
In januari vindt de officiële openbare hoorzitting over de kwestie plaats en de definitieve uitspraak wordt verwacht in april volgend jaar.