15 September 2024

Mailactie: géén EBS apartheidbussen in Achterhoek-Rivierenland

Al sinds onze oprichting voeren wij campagne tegen deelname van Egged Bus Systems (EBS) aan Nederlandse aanbestedingen. Het toelaten van deze volle dochter van Egged, belangrijke logistieke schakel in Israëls nederzettingenbeleid, was altijd al in strijd met nationaal en internationaal beleid en recht.

Het oordeel van het Internationaal Gerechtshof van 19 juli jongstleden bevestigt dit. Het Hof benoemt expliciet de verplichting van alle landen om te voorkomen dat overheden, instellingen, bedrijven en rechtspersonen onder hun jurisdictie op enige wijze bijdragen aan het bestaan en voortbestaan van de illegale bezetting en kolonisatie. Dat houdt in dat alle politieke, militaire en economische banden met Israëls activiteiten in bezet Palestijns gebied verbroken moeten worden.

Egged staat sinds 2020 op de VN-lijst van bedrijven die profiteren van en bijdragen aan de kolonisatie van Palestijns land. Het lijdt daarom geen twijfel dat het toelaten van volle dochter EBS in strijd is met de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof, het hoogste gerechtelijke orgaan van de Verenigde Naties.

Momenteel beslist de provincie Gelderland welk bedrijf de komende 10 tot 17 jaar het OV in de regio Achterhoek-Rivierenland mag uitvoeren.

Stuur een mail aan de portefeuillehouder van de Gedeputeerde Staten in Gelderland en de leden van de Provinciale Staten om ze aan hun verplichtingen te herinneren en te voorkomen dat reizigers in Achterhoek-Rivierlanden medeplichtig worden gemaakt.

Mailactie: geen medeplichtige EBS-bussen in Achterhoek-Rivierenland

Geachte portefeuillehouder Ruitenberg, geachte Statenleden,

Geachte portefeuillehouder Ruitenberg, geachte Statenleden,

Momenteel worden de inschrijvingen op de OV-concessie Achterhoek-Rivierlanden beoordeeld en wordt er besloten aan welk bedrijf deze wordt gegund. Eén van de inschrijvers is het bedrijf EBS (Egged Bus Services).

EBS is een volle dochter van het Israëlische bedrijf Egged. Het moederbedrijf Egged staat op de VN-lijst van bedrijven die bijdragen aan en profiteren van de illegale kolonisatie door Israël van Palestijns gebied en die daarmee handelen in strijd met internationaal recht. Egged is een belangrijke logistieke schakel in het illegale Israëlische nederzettingenbeleid. Egged verzorgt busvervoer van, naar en tussen de illegale nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever en bezet Oost-Jeruzalem met bussen die grotendeels verboden zijn voor Palestijnen en op wegen die deels voor Palestijnen verboden zijn. Men kan deze bussen met recht apartheidbussen noemen.

De banden van EBS met zijn moederbedrijf zijn nauw. Het is betrokken bij het oplossen van problemen en er is een grote kans dat de onlangs aan EBS opgelegde miljoenenboetes, net als in het verleden, door het moederbedrijf Egged worden betaald.

Op vrijdag 19 juli jongstleden presenteerde het Internationale Gerechtshof zijn oordeel over de juridische consequenties van de Israëlische bezetting en kolonisatie van de bezette Palestijnse gebieden.

Het hof bevestigt daarin dat Israëls aanwezigheid in al zijn facetten strijdig is met de elementaire volkenrechtelijke verdragen die samen de internationale rechtsorde vormen. In zijn oordeel maakt het hof ook duidelijk dat Israël uit is op annexatie van (grote delen van) het bezette gebied. Een andere explosieve conclusie is dat Israël zich schuldig maakt aan raciale segregatie en apartheid.

Het Hof oordeelt dat alle staten verplicht zijn de door Israël gecreëerde ‘illegale situatie’ niet te normaliseren, en op geen enkele wijze mogen bijdragen aan het (voort)bestaan ervan. Alle staten hebben tevens de verplichting om te voorkomen dat overheden, instellingen, bedrijven en rechtspersonen onder hun jurisdictie banden onderhouden met, zoals het Hof het concreet benoemt, Israëls illegale aanwezigheid in bezet Palestijns gebied.

Het lijdt geen twijfel dat de uitspraak van het Internationale Gerechtshof, het hoogste gerechtelijke orgaan van de Verenigde Naties, de provincie Gelderland verbiedt om de concessie Achterhoek-Rivierlanden te gunnen aan EBS totdat EBS de banden met moederbedrijf Egged volledig verbreekt.

Met vriendelijke groet

%%your signature%%

255 signatures

Share:

Geachte portefeuillehouder Ruitenberg, geachte Statenleden,

Momenteel worden de inschrijvingen op de OV-concessie Achterhoek-Rivierlanden beoordeeld en wordt er besloten aan welk bedrijf deze wordt gegund. Eén van de inschrijvers is het bedrijf EBS (Egged Bus Services).

EBS is een volle dochter van het Israëlische bedrijf Egged. Het moederbedrijf Egged staat op de VN-lijst van bedrijven die bijdragen aan en profiteren van de illegale kolonisatie door Israël van Palestijns gebied en die daarmee handelen in strijd met internationaal recht. Egged is een belangrijke logistieke schakel in het illegale Israëlische nederzettingenbeleid. Egged verzorgt busvervoer van, naar en tussen de illegale nederzettingen op de bezette Westelijke Jordaanoever en bezet Oost-Jeruzalem met bussen die grotendeels verboden zijn voor Palestijnen en op wegen die deels voor Palestijnen verboden zijn. Men kan deze bussen met recht apartheidbussen noemen.

De banden van EBS met zijn moederbedrijf zijn nauw. Het is betrokken bij het oplossen van problemen en er is een grote kans dat de onlangs aan EBS opgelegde miljoenenboetes, net als in het verleden, door het moederbedrijf Egged worden betaald.

Op vrijdag 19 juli jongstleden presenteerde het Internationale Gerechtshof zijn oordeel over de juridische consequenties van de Israëlische bezetting en kolonisatie van de bezette Palestijnse gebieden.

Het hof bevestigt daarin dat Israëls aanwezigheid in al zijn facetten strijdig is met de elementaire volkenrechtelijke verdragen die samen de internationale rechtsorde vormen. In zijn oordeel maakt het hof ook duidelijk dat Israël uit is op annexatie van (grote delen van) het bezette gebied. Een andere explosieve conclusie is dat Israël zich schuldig maakt aan raciale segregatie en apartheid.

Het Hof oordeelt dat alle staten verplicht zijn de door Israël gecreëerde ‘illegale situatie’ niet te normaliseren, en op geen enkele wijze mogen bijdragen aan het (voort)bestaan ervan. Alle staten hebben tevens de verplichting om te voorkomen dat overheden, instellingen, bedrijven en rechtspersonen onder hun jurisdictie banden onderhouden met, zoals het Hof het concreet benoemt, Israëls illegale aanwezigheid in bezet Palestijns gebied.

Het lijdt geen twijfel dat de uitspraak van het Internationale Gerechtshof, het hoogste gerechtelijke orgaan van de Verenigde Naties, de provincie Gelderland verbiedt om de concessie Achterhoek-Rivierlanden te gunnen aan EBS totdat EBS de banden met moederbedrijf Egged volledig verbreekt.

Met vriendelijke groet

BDS Nederland op Twitter