15 April 2023

Movies that Matter: Innocence en Tantura

Door José van Leeuwen

Van 24 maart tot 1 april heeft het Movies that Matter Festival plaatsgevonden. Bij festivals moet ik altijd aan iets leuks denken, aan slingers, confetti en champagne. Niets is minder waar, je gaat er met lood in je schoenen en hangende schouders vandaan. Tranen in je ogen en een gevoel van  depressie en uitzichtloosheid. Tussen alle films over LHBTQ , Oekraine en klimaat, zaten ook twee films over Israël.

Innocence van Guy Davidi gaat over het diepe leed dat Israëls gemilitariseerde maatschappij veroorzaakt bij haar jeugd.

Verteld aan de hand van onder meer dagboeken, brieven en video’s van jonge mannen en vrouwen die hun dienstplicht moesten vervullen zien we hun angsten en  dromen, en hoe zij zichzelf troostten en moed inspraken. Hoe zij omgingen met het feit dat zij deel uit gingen maken van iets wat tegen hun gevoel indruistte, tegen alles waar zij voor stonden.

Al op jonge leeftijd worden Israëlische kinderen voorbereid op de militaire dienstplicht vanaf hun 18e: drie jaar voor jongens, twee voor meisjes. Op de kleuterschool maken kinderen tekeningen van soldaten. Op de vraag welke associatie de kleur groen oproept, antwoorden kinderen: “olijfbomen en het uniform van een militair”. Op de basisschool passen kinderen militaire uniformen en krijgen ze een geweer in handen. De docent vertelt het verhaal van Auschwitz. Over het scheiden van mannen en vrouwen, jong en oud,  en inzetbaar om te werken of niet. Niet nuttig? Dan de oven in.

We zien kinderen die moeten leren hoe ze moeten schuilen tijdens luchtalarm, en jongeren die naar Auschwitz gaan. Sommigen hebben een davidsster op hun rug en bidden met elkaar. We zien een familie vertellen hoe het is om te wonen op de grens van Gaza; het hek was verboden gebied, daarachter reden militairen in jeeps en controleerden elke beweging aan het hek. Beelden van jongeren die in uniform mochten schieten op een schietbaan, sommigen huilden van angst en wilden het liefst wegrennen.

Jongeren die demonstreerden tegen het leger , of voor de vrijheid van Gilad Shalit, anderen voor het doodden van Arabieren. Het resultaat van de jarenlange indoctrinatie en het creëren van een vijandsbeeld. De film eindigt met de zelfmoord van een van de jongeren. Hij is niet enige die in zijn vertwijfeling, angst en depressie zelfmoord pleegde.

Het nagesprek was met een jonge Israëlische vrouw die met haar familie op 14 jarige leeftijd Israel  verliet voor het werk van haar vader. Ook zij had dezelfde ervaring op school, en zij voelde zich schuldig dat zij leefde. Voor haar was het makkelijk om dienst te weigeren, zij woont in Europa en kan studeren. Wie in Israël dienst weigert heeft veel minder privileges; je kunt geen baan bij de overheid krijgen, het huren of kopen van een huis of het verlengen van je rijbewijs, alles wordt moeilijker als je je dienstplicht niet hebt vervuld.

De tweede film was Tantura.

Regiseur Alon Schwarz wilde een film maken over de hetze tegen mensenrechtenactivisten van diverse Israelische  NGO’s toen hij Teddy Katz tegen kwam. Door zijn gesprekken met Katz is hij verder gegaan met het onderzoek naar de gebeurtenissen rondom  Tantura.

Teddy Katz heeft urenlange getuigenissen van ongeveer 135 mensen, Palestijnen en Israeli; tapes vol met verhalen en fragmenten. In zijn proefschrift (1988)beschrijft hij hoe de Alexandroni-brigade (Haganah) tot 250 Palestijnen heeft afgeslacht na het binnenvallen van het dorp.

Voor dit proefschrift kreeg hij een 97% als beoordeling.  Nadat een journalist  een uittreksel van dit proefschrift in de krant Maariv plaatste, brak de hel los. Veteranen stapten naar de rechtbank, de universiteit eiste een excuus en nam afstand van het proefschrift.

Lang verhaal kort: Katz en zijn werk werden verwijderd van de universiteit, Katz kreeg doodsbedreigingen en meerdere hersenbloedingen ten gevolgen van alle stress. Zijn waarschuwing:  “een ieder die zich inlaat met de geschiedenis van Israel en de misdaden jegens de Palestijnen, zal eenzelfde lot beschoren zijn”

Schwarz heeft de getuigenissen gelezen, veteranen bezocht en vragen gesteld over de gebeurtenissen .

Oude beelden uit 1948 en beelden van nu wisselen elkaar af. Beelden van vrolijke jonge mensen die  zwaaiend met Israëlische vlaggetjes rondreden in vrachtwagens, het land gingen bewerken en plezier hadden.

Maar de boodschap van Ben Goerion was duidelijk: “verdrijf de Palestijnen uit hun dorpen”.

Tantura , het welvarende dorp aan zee werd in mei 1948 net zoals veel andere dorpen aangevallen . Er werd geplunderd en verkracht, mensen werden verdreven met vlammenwerpers en gedood. Mannen en vrouwen werden gescheiden en afgevoerd.  De gedode mannen werden  op een kar opgestapeld en in een massagraf begraven.

Getuigenis van een van de militiemannen van de Alexandroni brigade die deelnamen aan de Tantura-aanval:

“Sommige van deze jonge soldaten die ik me herinner – het is niet aardig om te zeggen – stopten [de Palestijnse dorpelingen] in een ton en schoten op het vat, en ik herinner me het bloed in het vat. Tegen de ochtend was het schieten gestopt en de aanvallers dreef iedereen bijeen  vrouwen en kinderen aan de ene kant, de mannen aan de andere kant. Soldaten leidden groepen mannen weg, en je kon geweerschoten horen na elk vertrek. Ik zag lichamen opgestapeld op een kar, getrokken door mannen die hun lading in een grote kuil leegden. Op de weg, vlakbij de spoorbaan, lagen lichamen verspreid .”

Getuigenissen van mannen uit een naburig dorp die de lijken hebben moeten begraven vertelden dat er zoveel lijken waren dat ze geen tijd hadden om diepe graven te graven. Een van de graven ligt onder een parkeerplek op de grond van het vernietigde Tantura.

Schwarz sprak met verschillende joodse vrouwen die in juni 1948 huizen in Tantura overnamen, en vroeg hen naar de verhalen die ze zich herinnerden. Het resultaat was het ontkennen van de gebeurtenissen, iets wat volgens Schwarz exemplarisch is voor de Israëlische bevolking. We zien beelden van oude dames en heren naast elkaar op plastic stoeltjes, de feiten ontkennend,  Een van de dames  vond dat zij eigenlijk wel het recht hadden op een monument, gelijk aan de joodse bevolking na WO2. De anderen zwegen. Een glimlachende oude heer was de tel kwijt geraakt, zijn magazijn had 250 kogels.

Na de massamoorden begon Israel een  charme offensief met medewerking van journalisten en het Rode Kruis. Journalisten die vastlegde hoe Israëlische soldaten moeders en kinderen de bus in hielpen, en hoe het Rode Kruis mensen hielp het dorp vredig te verlaten. Alsof er niets was gebeurd, alsof er geen massamoord had plaats gevonden.

Schwarz had gesproken met  de rechter die de aanklacht wegens smaad tegen Katz voorzat; deze rechter had niet eens de moeite had genomen om naar de banden te luisteren voordat hij de zaak sloot.

Schwarz:

“De vraag is en blijft, waarom kunnen wij onze geschiedenis niet onder ogen zien, waarom kunnen wij niet zoals de Amerikanen met de Indianen of Australiërs met de Aboriginals en Nieuw Zeeland met de Maori’s. Waarom kunnen wij niet zeggen, wat wij deden was fout, wij hebben hen onrecht aangedaan en moeten de pijn van de andere kant zien” (…)

 

Doneren

BDS Nederland op Twitter