Multinational G4S zwicht onder druk BDS
Het in honderd landen werkzame bedrijf G4S (meer dan 600.000 medewerkers) trekt zich vrijwel geheel terug uit Israël. Verschillende internationale media berichten dat G4S zijn dochterbedrijf in het land heeft verkocht aan een Israëlisch bedrijf.
G4S heeft verklaard dat de transactie, die inmiddels is getekend, niets heeft te maken met de wereldwijde boycot acties onder de naam BDS (Boycot, Desinvestering en Sancties). De laatste jaren is die verklaring standaard bij bedrijven die zich terugtrekken na jarenlang doelwit te zijn geweest van BDS.
Dat G4S zijn vertrek voorbereidde was al enige tijd duidelijk. In maart van dit jaar meldde de Financial Times dat het bedrijf van plan was om zijn activiteiten in Israël van de hand te doen. De zakenkrant schreef toen dat G4S “was extracting itself from reputationally damaging work” (zich aan het ontdoen was van werk dat zijn reputatie beschadigde). G4S volgt met zijn besluit het voorbeeld van multinationals als Veolia, Orange en de Ierse bouwreus CRH die alle sinds 2015 de Israëlische markt hebben verlaten.
Guman Mussa, de BNC coördinator voor de Arabische wereld verklaarde:
Wij dragen deze overwinning op aan alle Palestijnse politieke gevangenen die in 2012 de BDS-beweging opriepen om de boycot van G4S te intensiveren vanwege zijn rol in de Israëlische gevangenissen, waar marteling wijdverbreid is.
Overigens blijft G4S in Israël betrokken op twee deelterreinen. Namelijk bij de training van Israëlische politiefunctionarissen en bij de nederzettingenbouw. Om die reden zei Rafeef Ziadah van het Palestijns Nationaal BDS Comité:
We will continue campaigning until G4S ends all involvement in violations of Palestinian human rights” (Wij zullen doorgaan met onze campagne totdat G4S alle betrokkenheid bij het schenden van de rechten van Palestijnen beeïndigt).