14 October 2024

Nederland voor de rechtbank gesleept

Acht organisaties in Nederland hebben de staat gedaagd voor Nederlandse rechtbank. Want de regering en de politiek weigeren bewust en stelselmatig zich aan het  internationale recht te houden. Wat Nederland betreft is Israël onschendbaar, wat de VN en het recht ook zeggen.

 

Multinational onderzoeksorganisatie SOMO, juridisch supportcentrum voor de Palestijnse strijd ELSC, De Rotterdamse Stichting Palestina, Groningen-Jabalya, Een Ander Joods Geluid, het Nederlands Palestina Komitee, Stichting Kifaia voor medische steun aan Gaza, hebben met de Palestijnse mensenrechtenorganisaties Al Haq en Al-Mezan de handen ineen geslagen, met op de achtergrond steun van Erev Rav en Plant een Olijfboom. Advocaten van de Global Justice Association leveren de juridische steun.

Deze organisaties accepteren het niet dat de Nederlandse overheid het internationale recht aan hun laars lapt, zelfs na uitspraken van het Internationaal Gerechtshof in januari, en juli. En nadat de Nederlandse rechter in februari het leveren van F-35 onderdelen aan Israël verbood omdat het niet uit te sluiten valt dat ze gebruikt worden tegen de burgerbevolking.

Gotspe

In antwoord op het gerechtelijk verbod door het hof presteert Nederland het om F-35 onderdelen dan met een omweg te laten leveren, en neemt de Kamer een motie aan manieren te zoeken om door te kunnen gaan. Ook de uitnodiging aan de Israëlische president Herzog om het Holocaustmuseum in Amsterdam te openen terwijl hij als president een genocide laat plegen is zo’n voorbeeld. Een gotspe als geen ander.

Gebouw van de Tweede Kamer

Gebouw van de Tweede Kamer

Lydia de Leeuw van mede-eiser SOMO stelt:

Er kan geen sprake zijn van ‘business as usual’ met Israël. Nederlandse investeerders, supermarkten, leveranciers van militaire producten en andere spelers maken de bezetting en etnische zuivering van de Palestijnen al tientallen jaren mogelijk. Nederland, gastheer van het ICC en het ICJ, moet zich houden aan diens eigen verplichtingen onder internationaal recht en maatregelen nemen om de misdrijven te stoppen. Nu.

Nederland is nadrukkelijk nalatig en dat is na 19 juli jl. bij de adviserende opinie van het ICJ aan de Algemene Vergadering van de VN op geen enkele manier meer te rechtvaardigen.

Advocaat Wout Albers van de coalitie zegt:

Artikel 1 van de Geneefse Conventies stelt duidelijk dat staten een einde moeten maken aan schendingen van het internationaal humanitair recht. Geen zaken meer doen met het onderdrukkende regime is dan het minimale. De uitspraken in de Genocidezaak en de Advisory Opinion van het Internationaal Gerechtshof hebben alleen maar benadrukt wat we al wisten: er worden genocidale daden gepleegd en de bezetting van Palestijns gebied is illegaal. Alle staten, ook Nederland, hebben de plicht om niet mee te werken en medeplichtig te zijn aan schendingen en moeten ook alles doen om toekomstige ernstige schendingen en verdere genocidale daden te voorkomen.

Eisen

De belangrijkste eisen van de coalitie aan de Nederlandse civiele rechter zijn een verbod op de export en doorvoer van wapens, wapenonderdelen en dual-use artikelen naar Israël en een verbod op alle Nederlandse handels- en investeringsrelaties die Israëls illegale bezetting van en nederzettingen in Palestijns gebied in stand helpen houden. 

In reactie op het oordeel van het ICJ in  juli heeft de nieuwe Nederlandse regering zich nog dichter naast Israël gepositioneerd, terwijl dat land doorgaat met het bombarderen, uithongeren en het gedwongen verplaatsen van Palestijnen zonder dat het einde daarvan in zicht is.

Voorzitter van BDS Nederland Nicole Hollenberg zegt over dit proces:

Met de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof kan het niet anders dan dat Nederland desnoods gedwongen gaat stoppen met politieke, economische en militaire steun aan Israël. We zijn heel blij met dit initiatief en hopen dat de rechtbank de eisen zal toekennen.

Wanneer de zaak behandeld wordt, komen wij met updates.

BDS Nederland op Twitter