19 July 2013

Nieuwe EU-richtlijnen omtrent steun aan Israelische instellingen en bedrijven: een stap in de goede richting, maar nog onvoldoende

Deze maand (juli 2013) heeft de Europese Commissie nieuwe richtlijnen uitgevaardigd omtrent het toekennen van giften, prijzen en ander vormen van financiële steun aan Israëlische overheden, private ondernemingen alsmede niet-gouvernementele instellingen. Op grond van het officiële EU-standpunt, gebaseerd op internationaal recht, dat de gebieden die Israёl sinds juni 1967 heeft bezet niet onder de soevereiniteit van de joodse staat vallen, sluiten deze richtlijnen al deze vormen van financiële steun uit aan Israëlische instellingen en bedrijven die in deze bezette gebieden gevestigd zijn of daar hun activiteiten ontplooien. Een uitzondering wordt gemaakt voor die Israëlische instellingen die zich ten doel stellen om de bezette Palestijnse bevolking op enigerlei wijze te ondersteunen of die het vredesproces in het Midden-Oosten bevorderen in overeenstemming met het EU-beleid.Aangezien de Europese Commissie nu voor het eerst de joodse nederzettingen in het sinds 1967 bezette gebied, met de daarbij behorende infrastructuur, expliciet uitsluit van EU-steun kan dit als een stap in de goede richting worden beschouwd. Het nieuws over de EU-richtlijnen zoals dat op de website van het Palestijnse BDS National Committee (BNC) gebracht wordt (geplaatst op 18 juni 2013) geeft enkele concrete gevolgen van deze richtlijnen aan. Zo zal de Europese investeringsbank geen leningen meer verstrekken aan Israëlische instellingen en bedrijven die opereren in sinds 1967 bezet gebied. Dit betekent bijvoorbeeld dat grote Israëlische banken als Bank Hapoalim, Mizrahi Tefahot Bank en Bank Leumi geen  leningen meer van de Europese investeringsbank zullen ontvangen, aangezien zij allemaal filialen in illegale Israëlische nederzettingen runnen. BNC-woordvoerder Zaid Shaibi spreekt dan ook van een belangrijke stap in de richting van het implementeren van sancties tegen Israel (de S van BDS). Micheal Deas, BNC coördinator in Europa, juicht de nieuwe richtlijnen toe als een teken dat druk vanuit de civil society de Europese Unie er nu toe dwingt om haar wettelijke verantwoordelijkheid te nemen om Israëls regime van bezetting, kolonisatie en apartheid niet langer te erkennen en een begin te maken met het afbouwen van haar medeplichtigheid aan het in stand houden van “dit illegale en criminele systeem”.

 

Gezien hun reacties op deze richtlijnen is het officiële vertegenwoordigers van de joodse staat ook niet geheel in de koude kleren gaan zitten. Zo omschreef Israëls Minister van Economische Zaken ze als een “economische terreuraanslag”. Een woedende premier Netanyahu stelde dat Israel geen “buitenlandse bevelschriften over onze grenzen” accepteert. De nieuwe EU-richtlijnen raken dan ook een teer punt voor Israёls officiële establishment: het feit dat de zionistische staat tot op heden geweigerd heeft om haar grenzen de definiëren. In de richtlijnen (bij punt 21, om precies te zijn) staat tevens vermeld dat de Europese Commissie er naar streeft om in steunovereenkomsten met Israëlische partijen de inhoud van deze richtlijnen weer te geven. Op grond daarvan meende een Israëlische overheidsambtenaar in het Israëlische dagblad  Ha’aretz dat de richtlijnen er op neerkomen dat de joodse staat nu schriftelijk moet erkennen dat de nederzettingen op de Westoever, inclusief die in Oost-Jeruzalem, geen deel van Israel uitmaken. Joodse kolonistenvertegenwoordiger Danny Dayan ging zo ver de nieuwe EU-richtlijnen te vergelijken met de selectie van joden door de Nazi’s voor de vernietigingskampen. In het licht van de Israëlische plannen voor een verdere uitbreiding van joodse kolonisatie op de Westoever veroorzaken deze richtlijnen blijkbaar wel enige nervositeit bij het zionistische establishment van de joodse staat.

Maar nog niet voldoende wat DocP en de rest van de BDS-beweging betreft. Een nauwkeurige scheidslijn tussen Israëlische overheidsinstellingen en bedrijven die bijdragen aan bezetting, kolonisatie en apartheid in Palestina en degenen die dat niet doen bestaat immers niet. Overheid en bedrijfsleven in Israёl zijn daar in het algemeen tot over hun oren bij betrokken. Een consequente en rigoureuze implementatie van de richtlijnen zou er op neerkomen dat alle Israëlische bedrijven en instellingen die ook in de joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem opereren worden uitgesloten van enige EU-steun. Dat zou een belangrijke stap  vooruit zijn. Het beste kan echter elke Israëlische (overheids-)instelling en bedrijf die in woord en daad niet duidelijk afstand neemt van Israëls beleid van het schenden van Palestijnse rechten sinds 1948 middels etnische zuivering, landroof, militaire bezetting, militaire agressie en systematische discriminatie op alle terreinen  door de EU als geheel en door elke EU-lidstaat afzonderlijk van elke vorm van steun en samenwerking worden uitgesloten, totdat Israёl voldoet aan alle eisen van het internationale recht. Dat laatste betekend dat het haar bezettings- en kolonisatie politiek dient te beëindigen, haar eigen Palestijnse burgers volledig gelijk dient te stellen aan joodse burgers in rechten en in beleid en de Palestijnse vluchtelingen het recht dient te geven om weer naar hun vroegere thuisland en woonplaatsen terug te keren.

Klik hier voor de volledige tekst van de richtlijnen van de Europese Commissie en hier voor de verklaring van Catherine Ashton namens de EU.

BDS Nederland op Twitter