Oproep aan tweede kamer: Consequente maatregelen tegen de bezetting!
Uit verschillende Kamervragen nav het debat over correcte etikettering van producten uit Israel en Palestina, blijkt dat bij Kamerleden verhoogde belangstelling bestaat voor consistentie in het beleid t.a.v. diverse bezette of geannexeerde gebieden. Niet eerder bestond er bijvoorbeeld zo veel belangstelling voor de Westelijke Sahara. Het onrecht jegens de bevolking van West Sahara kruipt uit de schaduw nu er meer licht lijkt te vallen op het onrecht door Israel aangedaan jegens de Palestijnen.
Uit diverse vragen van de kant van partijen in de Tweede Kamer valt af te leiden dat men de consistentie het liefst zou willen uitstellen of naar beneden bijstellen: geen aandacht voor Noord Cyprus? Dan ook niet voor Palestina. Of: pas maatregelen uitvoeren voor Palestina nadat er voor alle andere bezette gebieden maatregelen zijn genomen. De tactiek lijkt gericht op afstellen.
Het streven naar consistentie in beleid is echter niet nieuw: onlangs werd in opdracht van de beleidsafdeling van de Directorate General for External Services het rapport Occupation/Annexation Of Territory: Respect For International Humanitarian Law and Human Rights and Consistent EU Policy opgesteld,
Het Directoraat geeft hiermee opvolging aan art. 21 van het EU verdrag dat stelt dat de EU “shall ensure consistency between the different areas of its external action and between these and its other policies”. Als EU-lidstaat is ook Nederland aan dit verdrag gebonden.
In het rapport worden drie casussen van bezette gebieden als voorbeeld besproken: de Krim, de Palestijnse bezette gebieden (OPT), en de Westelijke Sahara. De schrijvers zetten het framework uiteen van relevante internationale rechtsregels. Vervolgens presenteren zij de situatie van de drie gebieden en vergelijken zij de maatregelen die door de Europese Unie zijn genomen als antwoord op die respectievelijke situaties. In het kader van het Kamerdebat over etikettering is primair de casus Palestina relevant, maar in de context van toekomstige debatten zijn ook de andere casussen van evident belang.
Het rapport lezend valt een aantal beleidsmaatregelen op die de EU (en ook Nederland) heeft genomen t.a.v. de bezette Krim maar heeft laten liggen t.a.v. de Bezette Palestijnse Gebieden. Hieronder een kort resumé:
- Verbod van import van nederzettingenproducten als duidelijk is dat deze afkomstig zijn uit Israels illegale nederzettingen
- Verbod op investeringen die bezetting/annexatie steunen
- Sancties zoals bevriezing van banktegoeden van individuen die verantwoordelijk zijn voor de annexatie resp. ervan profiteren
- Sancties tegen de staat, restricties op investeringen en handel, een visa ban, bevriezing van tegoeden, en diverse diplomatieke sancties.
In het geval van de Krim worden o.a. het voorzien in toeristische diensten, evenals transport, telecom en energie, alsmede voor de exploratie van olie, gas en mineralen naar Krimse bedrijven verboden.
Wij dringen er bij de Tweede Kamer op aan te streven naar beleidsconsistentie naar boven in plaats van naar beneden, en ervoor zorg te dragen dat zorgvuldigheid in beleidsuitvoering niet leidt tot uitstel. De Palestijnen leven al sinds 1948 in een situatie van extreme ongelijkheid en militaire bezetting. Het aanpakken van deze situatie duldt geen uitstel!