Palestijnse organisaties brengen bewijzen mensenrechten schendingen Gaza naar ICC
Op 10 februari leverden vier Palestijnse mensenrechtenorganisaties wier mandaat het is om rechtvaardigheid en verantwoording na te streven een mededeling conform Artikel 15 van het Statuut van Rome aan het Kantoor van de Aanklager van het Internationaal Strafhof.
Al Mezan Centrum voor Mensenrechten, Al-Haq, Addameer en het Palestijnse Centrum voor Mensenrechten leverden bewijsmateriaal aan voor het plegen van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid in Rafah tussen 1 en 4 augustus 2014 die volgden op het inroepen van de omstreden Hannibal instructie door de Israelische strijdkrachten. Onwettige aanvallen tegen de Palestijnse burgerbevolking en hun infrastructuur en bezittingen vonden plaats, waarbij 255 Palestijnen werden gedood, waaronder 212 burgers.
“Ik was getuige van de oorlog van 1967 en die van 1973, maar ik heb nog nooit zoiets vreselijks gezien als wat ik zag op 1 augustus. Op een zeker moment zag ik dat twee vrouwen, een in een blauwe jurk en de ander met een kind […] hoofdeloos, in de lucht waren gegooid door de kracht van een explosie. Ik herinner me een jonge man te hebben gezien die door de lucht vloog”, zei Abdel Hakim Lafi. Abdel, een 58-jaar oude ingenieur wiens zoon werd gedood gedurende de aanval op Rafah, vertelde verder: Ik zei tegen Yahia dat hij achter me aan moest lopen. Ik zei tegen hem dat als er iemand geraakt zou worden, ik het liefste wilde dat ikzelf diegene zou zijn – liever dat ik de granaatscherven zou nemen dan mijn zoon. […] Yahia werd geraakt door een tankgranaat in de borst op ongeveer 500 meter afstand van ons huis […] Ik bleef bij hem”.
De Hannibal Instructie –die ogenschijnlijk bedoeld is om de ontvoering van een Israelische soldaat ongedaan te maken- werd in Rafah ingeroepen na het bericht van de gevangenname van de Israelische tweede luitenant Hadar Goldin. Het bleek echter dat de soldaat was omgekomen. Israëls aanvallen op Rafah gingen tot 4 augustus door, ondanks de bevestiging dat de soldaat waarvan werd verondersteld dat hij gevangen was genomen in de late avond van 2 augustus was gestorven.
Gedurende de vier dagen in Rafah lanceerden de Israelische bezettingskrachten intensieve artillerie-, tank-, en luchtaanvallen op de burgerbevolking van Rafah. Bewoonde huizen werden ‘s nachts zonder waarschuwing aangevallen. Documentatie verschaft door de betrokken organisaties onthult verder dat 119 van degenen die gedood werden in hun huizen stierven. Twee 1000lb bommen werden op een civiel gebouw gegooid, waarbij 16 burgers in een nabijgelegen straat werden gedood. Burgers in de straat werden neergemaaid door drones; naast de doden waren vreselijke verwondingen wijdverbreid, waaronder afgerukte ledematen. Aanvallen op ambulances, ziekenhuizen en voertuigen leidden tot de evacuatie van het hoofdziekenhuis van Rafah. Een aanval op een in een schuilplaats veranderde UNWRA school voor ontheemden doodde 14 mensen.
Met hun tweede mededeling willen de voorleggende organisaties de aanklager assisteren bij het vaststellen van een redelijke basis om te concluderen dat Israelische militaire en civiele functionarissen van hoge rang oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid pleegden gedurende Operatie Beschermende Rand in Rafah tussen 1 en 4 augustus.
Om toegang te krijgen tot een pin-drop Google Map (landkaart) die de belangrijkste aanvallen op Rafah verschaft die in de mededeling werden gepresenteerd, zie de kaart op www.google.com/maps/d/viewer?mid=z0rilyu3h6iPY.kjlow64DyuB0.
Bron: Al Haq