26 March 2021

Reactie vanuit het Palestijnse maatschappelijk middenveld op de ‘Jerusalem Declaration on Antisemitism’

De BNC heeft een reactie geformuleerd op de zogeheten ‘Jerusalem Declaration on Anti-semitism’ (JDA), die door joodse intellectuelen, waaronder vele academici, uit Israel zelf en uit verschillende Westerse landen, waaronder de VS, Groot-Brittannië en Frankrijk, is opgesteld en op donderdag 25 maart is uitgekomen. De JDA is bedoeld als een corrigerend alternatief voor, cq. aanvulling op de zogeheten  IHRA-‘werkdefinitie’ van antisemitisme, die door de opstellers als te vaag en ook te gepolitiseerd wordt gezien, met als risico dat een vrij en open debat over de kwestie Israel-Palestina aan banden wordt gelegd omdat op basis van deze ‘werkdefinitie’ kritiek op Israel te snel als antisemitisch kan worden bestempeld.

In vergelijking met de IHRA-definitie acht het BNC de JDA inderdaad een veel overtuigender document die als gids kan dienen in de strijd tegen werkelijk antisemitisme. Ook stelt de BNC vast dat het in veel grotere mate ‘het recht op vrijheid van meningsuiting bij de strijd voor Palestijnse rechten zoals vastgelegd in het internationaal recht, ook via BDS, en de strijd tegen zionisme en het Israëlische bezettingsregime, vestigingskolonialisme en apartheid’ respecteert.

Ten eerste biedt de JDA een coherente en nauwkeurige definitie van antisemitisme. De auteurs ervan verwerpen elk politiek of juridisch gebruik/misbruik van dit document om een vrij en open debat over het Israel-Palestina vraagstuk aan banden te leggen.

Ten tweede omschrijft het antisemitisme als een van de vele bestaande vormen van racisme en ziet het dit, anders dan de IHRA-definitie, in die zin niet als een uitzonderlijk verschijnsel.

Ten derde erkent het steun voor de geweldloze BDS-beweging en haar tactieken, kritiek op of oppositie tegen het zionisme, veroordeling van Israëls vestigingskolonialisme of apartheid, oproepen tot gelijke rechten en democratie voor iedereen door een einde te maken aan alle vormen van suprematie en “systematische rassendiscriminatie”, en kritiek op de stichting van Israël en zijn racistische instellingen of beleid als legitieme uitoefening van de vrijheid van meningsuiting.

Het BNC kan zich ook geheel vinden in de stelling van het JDA dat ‘Joden collectief verantwoordelijk houden voor het gedrag van Israël of het behandelen van Joden, simpelweg omdat ze Joods zijn, als agenten van Israël’ antisemitisch is. Ook willen de opstellers van de JDA in principe rekening houden met de context waarin bepaalde uitingen of handelingen plaatsvinden, om te beoordelen of ze al of niet als antisemitisch moeten worden beschouwd.

Desalniettemin roept de BNC Palestijnen en alle pleitberzorgers van hun rechten ook op tot een voorzichtige en kritische benadering ten aanzien van de JDA. Het kent namelijk ook belangrijke tekortkomingen.

Zo hebben de titel en de meeste van zijn richtlijnen direct betrekking op het Israel-Palestinavraagstuk en het zionisme. Daarmee legt het toch nog een koppeling tussen anti-Joods racisme en de strijd voor Palestijnse bevrijding, zonder dat de Palestijnen zelf daarover zijn geraadpleegd. Palestijnen kunnen niet toestaan dat welke definitie van antisemitisme dan ook als een controle-instrument ten aanzien van de strijd voor hun onvervreemdbare rechten en het verhaal van hun ervaringen en hun strijd tegen vestigingskolonialisme en apartheid wordt aangewend. Een belangrijk kritiekpunt is ook dat enige vermelding van rechts-extremisme en blank suprematiestreven als belangrijkste kracht achter hedendaags antisemitisme in de JDA nauwelijks genoemd wordt. Veel van deze rechts-extreme krachten zijn zowel antisemitisch als symphatisanten en bewonderaars van Israels’ onderdrukkings- en apartheidsmodel.

Zo noemt de JDA het afschilderen van de staat Israel als ‘het ultieme kwaad’  een voorbeeld van mogelijk, Israel-gerelateerd, antisemitisme. De BNC wijst er op dat wanneer Palestijnse slachtoffers van Israels gewelddadige onderdrukking en etnische zuivering Israel als zodanig omschrijven, dit in die context onmogelijk als antisemitisch kan worden opgevat. Zo slaagt het JDA er toch nog niet geheel in om afstand te nemen van de opvatting dat vergaande kritiek op Israel een aanval op alle joden zou behelsen.

Ook noemt het JDA het toepassen van symbolen, beelden en negatieve stereotypen van klassiek antisemitisme op de staat Israel als voorbeeld van mogelijk Israel-gerelateerd antisemitisme. Ook hier kan het zich op glad ijs begeven, omdat bijvoorbeeld de Palestijnse veroordeling van de Israelische premier Netanyahu als kindermoordenaar, vanwege de honderden dodelijke Palestijnse kindslachtoffers tijdens het grootscheepse Israelische offensief tegen de Gazastrook in 2014, op die basis onterecht in verband kan worden gebracht met het klassieke antisemitische stereotype van joden als kindermoordenaars.

En dan is er  ‘het recht ontkennen van joden in de staat Israël om te bestaan en te bloeien, collectief en individueel, als joden, in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel’  die het JDA als voorbeeld van mogelijk Israel-gerelateerd antisemitisme opvoert. Ook dit ‘voorbeeld’ ziet het BNC als discutabel. Hiermee zou het gelijkheidsbeginsel immers als rechtvaardiging kunnen worden aangevoerd voor het legitimeren van alle privileges die het joodse bevolkingsdeel van Israel-Palestina geniet ten koste van het Palestijnse bevolkingsdeel, en ook ten koste van de Palestijnse vluchtelingen in de diaspora aan wie het recht op terugkeer naar hun thuisland wordt ontzegt.

‘En het allerbelangrijkste’, vraag het BNC zich in verband met die voorgaande voorbeelden af, ‘wat heeft dit allemaal te maken met anti-Joods racisme?’

 

“Palestijnen kunnen niet toestaan dat welke definitie van antisemitisme dan ook als een controle-instrument ten aanzien van de strijd voor hun onvervreemdbare rechten en het verhaal van hun ervaringen en hun strijd tegen vestigingskolonialisme en apartheid wordt aangewend.”

 

Hieronder de complete vertaalde Reactie van het Palestijne BDS National Comittee (BNC)

Reactie vanuit het Palestijnse maatschappelijk middenveld op de ‘Jerusalem Declaration on Antisemitism’

De 'Jerusalem Declaration on Antisemitism' (JDA), ondanks de hieronder beschreven tekortkomingen, biedt een mainstream alternatief voor de frauduleuze zogenaamde IHRA-definitie van antisemitisme en een 'overtuigende gids' in de strijd tegen echt antisemitisme, zoals veel progressieve Joodse groepen het definiëren - het verdedigen van joden, als joden, tegen discriminatie, vooroordelen, vijandigheid en geweld. Het respecteert in grote mate het recht op vrijheid van meningsuiting bij de strijd voor Palestijnse rechten zoals vastgelegd in het internationaal recht, ook via BDS, en de strijd tegen zionisme en het Israëlische bezettingsregime, vestigingskolonialisme en apartheid. De JDA kan een belangrijke rol spelen in de strijd tegen het anti-Palestijnse McCarthyisme en de onderdrukking die de voorstanders van de IHRA-definitie, met zijn 'voorbeelden', met opzet hebben gepromoot en geïnduceerd. Dit komt door de volgende JDA-voordelen:
  • Ondanks zijn problematische Israël-centrische richtlijnen, biedt het een coherente en nauwkeurige definitie van antisemitisme. De auteurs verwerpen expliciet de codificatie ervan in wetgeving of het gebruik ervan om de legitieme uitoefening van academische vrijheid te beperken of om "een vrij en open debat te onderdrukken dat binnen de grenzen valt die zijn vastgelegd door wetten die haatmisdrijven regelen". Dit is behulpzaam bij het weerleggen van de pogingen van de IHRA-definitie om Israël te beschermen tegen verantwoording aan het internationaal recht en om het zionisme te beschermen tegen rationele en ethische kritiek.
  • Het erkent antisemitisme als een vorm van racisme, met zijn eigen geschiedenis en bijzonderheden, en weerlegt grotendeels het uitzonderlijke karakter dat de IHRA-definitie (met zijn voorbeelden) eraan geeft.
  • Terwijl het erkent dat antisemitisme en antizionisme "categorisch verschillend" zijn, overweegt het niet om het pleiten voor Palestijnse rechten onder het internationaal recht en voor de beëeindiging  van het Israëlische onderdrukkingsregime op zich als antisemitisch te bestempelen. Het weerlegt dus de gevaarlijkste en als wapen ingezette delen van de 'voorbeelden' van de IHRA-definitie. In het bijzonder erkent de JDA de volgende voorbeelden als legitieme vrijheid van meningsuiting: steun voor de geweldloze BDS-beweging en haar tactieken; kritiek op of oppositie tegen het zionisme; veroordeling van Israëls vestigingskolonialisme of apartheid; oproepen tot gelijke rechten en democratie voor iedereen door een einde te maken aan alle vormen van suprematie en "systematische rassendiscriminatie"; en kritiek op de stichting van Israël en zijn racistische instellingen of beleid.
  • Het stelt dat ‘Joden collectief verantwoordelijk houden voor het gedrag van Israël of het behandelen van Joden, simpelweg omdat ze Joods zijn, als agenten van Israël’ antisemitisch is, een regel waar we het volledig mee eens zijn. We roepen op om deze regel over de hele linie toe te passen, ook wanneer Israël en zionisten, of ze nu Joods of fundamentalistisch christen zijn, zich schuldig maken aan het overtreden ervan. Fanatieke zionistische en Israëlische leiders, zoals Netanyahu, bijvoorbeeld, spreken vaak namens alle Joden en moedigen Joodse gemeenschappen in de VS, het VK, Frankrijk en elders aan om “naar huis” te gaan, naar Israël.
  • Theoretisch wordt erkend dat context ertoe doet in die zin dat bepaalde situaties van invloed zijn op de vraag of een bepaalde uiting of handeling al dan niet als antisemitisch kan worden beschouwd.
Toch worden de Palestijnen, de Palestijnse solidariteitsbeweging en alle progressieven aangespoord om de JDA kritisch en voorzichtig te benaderen vanwege de tekortkomingen, waarvan sommige inherent zijn:

1.Met de ongelukkige titel van de JDA en de meeste van zijn richtlijnen, is het gericht op Palestina/Israël en het zionisme, waarbij het ten onrechte pogingen versterkt om anti-Joods racisme te koppelen aan de strijd voor Palestijnse bevrijding, en daardoor onze strijd beïnvloedt. Ondanks die impact sluit de JDA representatieve Palestijnse perspectieven uit, een omissie die veel zegt over asymmetrische machts- en overheersingsverhoudingen en hoe sommige liberalen nog steeds proberen beslissingen te nemen die ons diepgaand raken, zonder ons. Palestijnen kunnen niet toestaan dat welke definitie van antisemitisme dan ook als een controle-instrument ten aanzien van de strijd voor hun onvervreemdbare rechten en het verhaal van hun ervaringen en hun strijd tegen vestigingskolonialisme en apartheid wordt aangewend.

2. Door de ondoordachte weglating van enige vermelding van blanke suprematie en extreemrechts, de belangrijkste boosdoeners achter antisemitische aanvallen, laat het extreemrechts ermee weg komen, ondanks een terloopse vermelding in de FAQ. De meeste extreemrechtse groepen, vooral in Europa en Noord-Amerika, zijn diep antisemitisch, maar dol op Israël en zijn onderdrukkingsregime.

3. Ondanks de garanties van vrijheid van meningsuiting in de FAQ, proberen de "richtlijnen" van de JDA nog steeds kritiek op het beleid en de praktijken van Israël te reguleren, waarbij het noodzakelijke onderscheid tussen vijandigheid  of vooroordelen jegens Joden enerzijds en legitieme oppositie tegen Israëlisch beleid, ideologie en systeem van onrecht anderzijds niet volledig wordt gehandhaafd. De JDA beschouwt bijvoorbeeld de volgende gevallen als antisemitisch:

A. ‘Israël afbeelden als het ultieme kwaad of de feitelijke invloed ervan schromelijk overdrijven’ als een mogelijk ‘gecodeerde manier om Joden te racialiseren en te stigmatiseren’. Hoewel in sommige gevallen een dergelijke afbeelding van Israël of een grove overdrijving van zijn invloed indirect een antisemitisch sentiment kan onthullen, zou in de absolute meerderheid van de gevallen die verband houden met het verdedigen van Palestijnse rechten, een dergelijke gevolgtrekking volkomen misplaatst zijn. Wanneer Palestijnen die hun geliefden, huizen en boomgaarden verliezen als gevolg van het Israëlische apartheidsbeleid, Israël bijvoorbeeld publiekelijk veroordelen als ‘het ultieme kwaad’, kan dit redelijkerwijs niet worden opgevat als een ‘gecodeerde’ aanval op Joden.

Door de oppositie tegen de Israëlische misdaden en het onderdrukkingsregime te interpreteren als anti-Joods, zoals Israël en zijn anti-Palestijnse rechtse aanhangers vaak doen, wordt Israël in feite synoniem met of gelijk aan ‘alle Joden’. Ethisch gezien is deze vergelijking, behalve dat ze anti-Palestijns is, zeer problematisch omdat ze in feite alle Joodse personen essentialiseert en homogeniseert. Dit is in tegenspraak met de openingsverklaring van de JDA dat het 'racistisch is om een ​​bepaalde bevolking te essentialiseren'.

B. "De symbolen, beelden en negatieve stereotypen van klassiek antisemitisme toepassen ... op de staat Israël." Zoals de JDA zelf elders toegeeft, is een dergelijke allesomvattende generalisatie onjuist in alle ‘op bewijzen gebaseerde’ gevallen. Neem bijvoorbeeld de Palestijnen die de Israëlische premier Netanyahu veroordelen als een 'kindermoordenaar', gezien het feit dat ten minste 526 Palestijnse kinderen werden afgeslacht tijdens het Israëlische bloedbad in Gaza in 2014, dat het Internationaal Strafhof onlangs heeft onderzocht. Kan dit als antisemitisch worden beschouwd? Moeten Palestijnen, hoewel het harde bewijs onberispelijk is, het gebruik van die term in dit geval vermijden simpelweg omdat het een antisemitische trope is en Netanyahu toevallig joods is? Is het islamofoob om de Saoedische dictator Muhammad Bin Salman - die toevallig een moslim is - een slager te noemen omdat hij naar verluidt de gruwelijke moord op Khashoggi heeft georkestreerd, om nog maar te zwijgen van de misdaden van het Saoedische regime tegen de menselijkheid in Jemen? Zou het tonen van MBS met een bloedige dolk worden beschouwd als een islamofobe trope, gezien het feit dat islamofobe karikaturen moslimmannen vaak afbeelden met zwaarden en dolken doordrenkt met bloed? Duidelijk niet. Dus waarom Israël uitzonderlijk maken?

C. ‘Het recht ontkennen van joden in de staat Israël om te bestaan en te bloeien, collectief en individueel, als joden, in overeenstemming met het gelijkheidsbeginsel.’ Het gelijkheidsbeginsel is absoluut van het grootste belang bij het beschermen van individuele rechten op alle terreinen en bij het veiligstellen van collectieve culturele, religieuze, taalkundige en sociale rechten. Maar sommigen kunnen dit misbruiken om gelijke politieke rechten te impliceren voor de kolonisten en de gekoloniseerde collectieven in een vestigingskoloniale realiteit, of voor de dominante en gedomineerde collectieven in een apartheidsrealiteit, en zo de onderdrukking in stand houden. Het fundamentele gelijkheidsbeginsel is immers verankerd in het internationaal recht en is niet bedoeld om misdaden vrij te spreken of onrecht te legitimeren.

Hoe zit het met het veronderstelde ‘recht’ van Joods Israëlische kolonisten om Palestijnen te vervangen in het etnisch gezuiverde land van Kafr Bir’im in Galilea of Umm al Hiran in de Naqab/Negev? Hoe zit het met het zogenaamde ‘recht’ om racistische toelatingscommissies in tientallen nederzettingen die uitsluitend joods zijn in het huidige Israël kracht van wet te geven, die de toegang weigeren aan Palestijnse burgers van Israël op ‘culturele/sociale’ gronden? Moet Palestijnse vluchtelingen bovendien hun door de VN bedongen recht om naar huis terug te keren worden ontzegd om een of ander aangenomen ‘collectief joods recht’ op demografische suprematie niet te verstoren? Hoe zit het met gerechtigheid, repatriëring en herstelbetalingen in overeenstemming met het internationaal recht en hoe deze van invloed kunnen zijn op bepaalde veronderstelde ‘rechten’ van Joods-Israëli's die Palestijnse huizen of gronden bezetten?

En het allerbelangrijkste: wat heeft dit allemaal te maken met anti-Joods racisme?    

1. Zoals onlangs onthuld door Der Spiegel, blijkt uit een politierapport in Duitsland bijvoorbeeld dat rechts en extreemrechts in 2020 verantwoordelijk waren voor 96% van alle antisemitische incidenten in Duitsland die te wijten zijn aan een duidelijk motief. https://twitter.com/bdsmovement/status/1362411616638275586

 

Doneren

BDS Nederland op Twitter