Solidariteit met Palestijnen in beeld bij eindexamententoonstelling Piet Zwart Instituut
Tijdens de opening van de eindexamententoonstelling van de Master Fine Art van het Piet Zwart Instituut, op 8 juli, brachten de studenten op eigenzinnige wijze hun solidariteit met de Palestijnen onder de aandacht van het publiek.
Bij binnenkomst werd het publiek verrast met een artwork, wat een excuus van het Instituut vormt:
De studenten droegen T-shirts met de watermeloen, het bekende symbool van het Palestijnse verzet. In de campusshop werden de T-shirts te koop aangeboden.
Khaled Hourani
Khaled Hourani, de prominente Palestijnse kunstenaar bracht dit bericht aan de studenten over:
“I warmly salute you. You have given a whole new meaning to the “Watermelon artwork””
Film
De tentoonstelling presenteert de film van Diana Al-Halabi:,
“On Scales of Violence, How to Measure a Dictator (Interrupted),
waarin de kunstenares een interruptie verwerkt heeft; het onderwerp laat zich raden.
Deze film, en andere werken zijn nog tot en met 11 juli 2021 te zien bij de eindexamententoonstelling “Material Context”
Locatie: Het Archief, Robert
Fruinstraat 52, Rotterdam
Openingstijden:
2 & 3 juli: 12 – 20 uur
4 – 10 juli: 12 – 19 uur (5 & 6 juli gesloten)
11 Juli: 12 – 18 uur
Online performance & screeningprogramma: 10 juli
Meer informatie: Piet Zwart Instituut: Material Context – MAMA (thisismama.nl)
Wat vooraf ging
Een groep kunstenaars-activisten bij PZI kwam in actie na de uitspraken van de Israëlische rechtbank in mei ten gunste van de gedwongen uitzetting van Palestijnen in Sheikh Jarrah.
Ze wilden hun recht op vrije meningsuiting en protest uitoefenen, zoals eerder ook gebeurde bij ander relevante gebeurtenissen, zoals in 2015 bij de aanvallen op Hebdo, en de Black Lives Matter protesten.
Deze acties werden destijds terecht ondersteund door PZI, dat wordt beheerd door de Willem de Kooning Academie onder de koepel van Hogeschool Rotterdam, maar zoals maar weer eens blijkt: Palestina blijft de lakmoesproef voor dubbele moraal in solidariteit.
De groep hing op 12 mei, tijdens de aanvallen op Gaza, een doek aan het gebouw van hun school met de tekst “Stop Ethnic cleansing, Free Palestine, #SaveSheikhJarrah”.
Die avond kregen ze van de decaan van PZI, Jeroen Chabot, te horen dat het spandoek verwijderd moet worden omdat het gebouw van de academie een veilige pluriforme onderwijsruimte is waar iedereen kan leren. Daarom zou het gebouw niet kunnen worden gebruikt voor politieke, religieuze of commerciële verklaringen.
In de dagen die volgden, probeerden studenten het spandoek opnieuw op te hangen, verklaringen op te hangen en vlaggen aan hun studiovensters te bevestigen. in al deze pogingen werden ze gedwarsboomd werd door de beveiliging op de campus.
“Palestina blijft de lakmoesproef voor dubbele moraal in solidariteit”
Medekunstenaars en activisten wendden zich toen tot de eigenlijke kunst om hun solidariteit uit te drukken en schilderden een watermeloen met de tekst: ‘“Ceci n’est pas une watermelon”. De watermeloenbanner ging op 2 juni omhoog. Afgezien van zijn populariteit als fruit en zijn culinaire praktijken in de regio, werd het een alternatieve vlag als reactie op de Israëlische wet van 1980 die het gebruik van vier kleuren in kunstwerken strafbaar stelde: rood, groen, zwart wit. Kunstwerken met de verboden kleuren werden in beslag genomen en in sommige gevallen werden hun respectievelijke kunstenaars gearresteerd en gevangengezet. De kunstenaars schreven:
“Als verwijzing naar zowel het werk van de Palestijnse kunstenaar Khaled Hourani ‘The Colors of the Palestijnse Vlag’ als naar ‘The Treachery of Images’ van de Franse kunstenaar René Magritte, wilden we de overduidelijke hypocrisie van de Hogeschool Rotterdam aan de kaak stellen. De watermeloen gaat al een geschiedenis van censuur in en door dit teken van Palestijns verzet te combineren met een kunstwerk dat bekend is bij een blank westers publiek, wilden we ons afvragen op welke parameters en door wie kunst wordt gelegitimeerd.”
Het spandoek werd dezelfde dag verwijderd en in beslag genomen door de beveiliging, dit keer omdat er “absoluut niets aan het schoolgebouw mocht worden opgehangen”.
Onverschrokken startten Al-Halabi en haar groep de zevendaagse performance, ‘Holding Palestine’, waarin een paar activisten om de beurt het spandoek een uur per keer vasthielden, beginnend op 3 juni. Fragmenten van werken van Emile Habibi en Jeff Halper werden voorgelezen. Activisten arriveerden met partjes watermeloen om te delen. Supporters kampeerden in de tuinen in de buurt van de voorstelling. Nieuwsgierige voorbijgangers stopten voor informatie.
Voor een volledig overzicht van wat voorafging, lees verder het artikel van Mondoweiss.
opOngekende aantallen universitaire afdelingen en academici dringen aan op een einde aan de Israëlische apartheid
In een ongekende golf van solidariteit hebben meer dan 300 academische afdelingen, programma’s, centra, vakbonden en sociëteiten wereldwijd verklaringen onderschreven ter ondersteuning van Palestijnse rechten als reactie op de gewelddadige aanvallen van Israël op Palestijnen deze maand.
In Nederland hebben meer dan 40 universitaire afdelingen en programma’s, evenals musea en culturele centra hun “verantwoordelijkheid bevestigd om zich uit te spreken” tegen schendingen van de mensenrechten van Israël en riepen op tot “collectieve actie” in solidariteit met de Palestijnse strijd. Bijna 600 academici in Nederland beloofden de boycot van medeplichtige Israëlische universiteiten te steunen.
In België adviseerden 24 academische afdelingen, onderzoeksgroepen, vakbonden, studentenorganisaties en 1.300 docenten en personeelsleden van de Universiteit Gent steun voor de boycot van en sancties tegen Israël als een “concrete optie” om solidariteit met de Palestijnen te betuigen.