Staten moeten het internationaal recht handhaven en een halt toeroepen aan Israëls dreigende genocide in Gaza
Urgente beleidsnota door het Palestijnse maatschappelijke middenveld
23 Oktober 2023
Verklaringen die door Israëlische functionarissen zijn gedaan duiden op “genocidale bedoelingen”, zoals is geconstateerd door vooraanstaande internationale geleerden, waaronder genocide-onderzoekers, en door Amerikaanse en Palestijnse mensenrechtenorganisaties. Sterker nog, er wordt steeds vaker een beroep gedaan op de openbare aanklager van het Internationaal Strafhof om arrestatiebevelen uit te vaardigen en “een officiële openbare verklaring af te leggen om het plegen van genocide en andere internationale misdaden tegen het Palestijnse volk tegen te gaan”.
Ook VN-deskundigen hebben opgeroepen tot het “voorkomen van genocide” in Gaza. De onrechtmatige acties van Israël in Gaza, die gelijkstaan aan oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, zoals gedwongen verplaatsing en etnische zuivering, willekeurige bombardementen en het blokkeren van toevoer van voedsel, water, elektriciteit, medicijnen en brandstof, hebben Raz Segal, universitair hoofddocent Holocaust- en genocidestudies aan de Stockton Universiteit, doen waarschuwen voor “een schoolvoorbeeld van genocide”.
Het VN-Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide tracht genocide te voorkomen en te bestraffen. Het verdrag staat geen rechtvaardiging toe voor genocide, noch verzachtende omstandigheden met betrekking tot daden die genocide inhouden.
Het Genocideverdrag onderstreept de noodzaak om een (dreigende) genocide te voorkomen of te stoppen. Bovendien maakt deze duidelijk dat het niet handelen van staten die partij zijn in het verdrag, inclusief derde staten, deze staten zelf verantwoordelijk maakt voor het schenden van hun verplichtingen onder internationaal recht met betrekking tot genocide.
Zodoende kan elke staat die de acties van Israël – waaronder het onder dwang verplaatsen van burgers en andere oorlogsmisdaden – aanmoedigt en steunt ook wettelijk aansprakelijk worden gesteld.
De Organisatie van Islamitische Samenwerking, die 57 staten vertegenwoordigt, beroept zich op wettelijke verplichtingen en veroordeelt “het meten met twee maten” door sommige grootmachten en heeft opgeroepen tot het stoppen van de “gruwelijke misdaden van Israël, waaronder genocide”.
Zuid-Afrika riep de internationale gemeenschap en de VN-Veiligheidsraad op om “dwingende maatregelen te nemen om de zich ontwikkelende genocide een halt toe te roepen”.
Naar het oordeel van veel staten ondermijnt de genocidale oorlog van Israël tegen de Palestijnen – die militair en politiek wordt gesteund door de VS en grote Europese mogendheden – de legitimiteit van het internationaal recht en vergroot deze de politieke kloof binnen de internationale gemeenschap nog verder.
Zo waarschuwde de president van Ierland dat de acties van Israël “alle bestaande gedragscodes die er waren vanaf de Tweede Wereldoorlog middels de Verdragen van Genève over de bescherming van burgers […] aan flarden scheuren”. Het gedrag van de VS, het VK en de EU laat verder zien wat een groot deel van de wereld ziet als “meten met twee maten” en “hypocrisie” met betrekking tot de selectieve toepassing van het internationaal recht.
Het vergroot de politieke verdeeldheid tussen het Noorden en het Zuiden van de wereld.
Een hoge ambtenaar van de G7 top waarschuwde dat het Noorden “de strijd in het Zuiden al heeft verloren. Al het werk dat we met het Zuiden hebben gedaan [in verband met Oekraïne] is verloren gegaan… Vergeet de regels, vergeet de wereldorde. Ze zullen nooit meer naar ons luisteren.”
Ondanks de massale en aanhoudende demonstraties over de hele wereld en de bezwaren van VS- en EU-functionarissen die protesteren tegen de westerse steun voor Israëls schendingen van het internationaal recht, hebben de westerse machten een VN-oproep tot een staakt-het-vuren, een noodzakelijke eerste stap om de dreigende genocide een halt toe te roepen, tegen weten te houden.
Het standpunt is echter niet unaniem; de regeringen van Nederland en België waren de eersten binnen het westerse blok die opriepen tot een humanitair staakt-het-vuren in Gaza.
Staten hebben een wettelijke en ethische verantwoordelijkheid om de zich ontvouwende genocide in Gaza te voorkomen en een einde te maken aan de voortdurende misdaden onder internationaal recht. Nietsdoen zal juridische gevolgen en risico’s met zich meebrengen en de integriteit en geloofwaardigheid van het internationaal recht ondermijnen. Staten moeten dringend in actie komen op nationaal niveau en in VN-verband om ervoor te zorgen dat:
● een onmiddellijk staakt-het-vuren in Gaza wordt afgedwongen en gegarandeerd door de VN;
● de invoer en levering van toereikende humanitaire hulp en hulpgoederen, waaronder voedsel, water, brandstof en medische hulpmiddelen wordt bewerkstelligd; deze hulp niet geconditioneerd wordt en alle gebieden in Gaza bereikt; en er een einde komt aan de belegering;
● VN-bescherming voor de Palestijnen in de bezette Palestijnse gebieden (OPT) wordt bewerkstelligd, in het bijzonder voor de 2,3 miljoen burgers die gevangen zitten in Gaza; de illegale belegering wordt beëindigd en de etnische zuivering in de OPT, inclusief de Westelijke Jordaanoever, wordt voorkomen;
● de openbare aanklager van het ICC onmiddellijk handelt; dat een waarschuwing over de mogelijke daden van genocide gepleegd door Israël, de bezettingsmacht, wordt afgegeven; dat open onderzoek naar oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid wordt bevorderd;
● effectieve VN-mechanismen worden geactiveerd om de misdaden tegen de menselijkheid van genocide en apartheid te beëindigen en te bestraffen, en de daders en aanstichters ter verantwoording te roepen;
● een uitgebreid militair embargo wordt opgelegd aan Israël.
For English: Urgent policy brief by palestinian civil society networks