VN stemt deze week over ICJ advies inzake bezette gebieden

Naar verwachting stemt de Algemene Vergadering van de VN woensdag 18 september over een resolutie van de Arabische groep en de de Organisatie van islamitische Samenwerking (OIC) in de Verenigde Naties over het ICJ-advies van 19 juli, dat de bezetting van alle Palestijnse gebieden van 1967 zonder meer als illegaal bestempelde. Dit gebeurt in het kader van het VN Verdrag tegen Raciale Discriminatie (CERD, naar de Engelse afkorting) dat  het apartheidsverbod bevat. Dinsdag 17 september is er een debat.

Deze stemming is enorm belangrijk. Zowel voor de rechtspraak over Palestina, als voor het internationaal recht. Wanneer het Westen andere staten onder druk zet of omkoopt tegen te stemmen zou dat een verdere uitholling van de betekenis van de VN en het internationaal recht zijn. Dat wordt toch al permanent geschonden ten gunste van nationale en particuliere belangen.

Afgezwakt

De Palestijnse delegatie bij de VN heeft een inmiddels bijgewerkte en afgezwakte ontwerpresolutie rondgestuurd en waarschijnlijk zal er binnen een paar dagen gestemd worden. De resolutie geeft het absolute minimum van hoe de AVVN de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof zou moeten implementeren om de rechtsstaat en de verantwoordingsplicht te waarborgen. Helaas is de resolutie toch verwaterd blijkens een tweet van Al Jazeera’s Rami Ayari.

Hal van de AVVN in New York

De resolutie is nu open voor mede-ondertekening en er wordt als het goed is over gestemd op de 10e Bijzondere Spoedzitting van de Algemene Vergadering woensdag 18 september.

Essentiële onderdelen van de resolutie vragen om:

1. Het opleggen van een tijdlijn van twaalf (was zes!) maanden om een ​​einde te maken aan de illegale aanwezigheid van Israël in de bezette Palestijnse gebieden (OPT), inclusief Oost-Jeruzalem;
2.  Derde Staten moeten de maatregelen ten uitvoer leggen die nodig zijn om te voldoen aan hun erga omnes⁽¹⁾-verplichting om de schendingen van het internationaal recht door Israël niet te erkennen, te helpen of te helpen, en passende actie te ondernemen om deze te beëindigen, te beginnen met het verbreken van de militaire handel, het onderzoek en de samenwerking, en het beperken van andere schendingen. handelsbetrekkingen, en het opleggen van wettige en gerichte sancties aan individuen en entiteiten die verantwoordelijk zijn voor het in stand houden van de illegale aanwezigheid van Israël in de bezette Palestijnse gebieden;
3. De oprichting van een permanent mechanisme voor herstelbetalingen;
4. Oprichting van een commissie van de AVVN om onderzoek te doen naar en verslag uit te brengen over de bevinding van het Internationaal Gerechtshof dat Israël zich schuldig heeft gemaakt aan het schenden van het apartheidsartikel van de CERD.

De verwaterde resolutie herhaalt enkele van de belangrijkste oproepen van tientallen VN-mensenrechtendeskundigen na de uitspraak van het ICJ. Alleen zijn diverse “onmiddellijk” verdwenen. Het belangrijkste is dat het volgens de VN-experts in de uitspraak het ICJ de dogmatische veronderstelling weerlegt dat “Palestijnse zelfbeschikking uitsluitend moet worden bereikt door middel van bilaterale onderhandelingen met Israël – een eis die Palestijnen al 30 jaar heeft onderworpen aan geweld, onteigening en schendingen van rechten.”

Herzie banden met Israël

Het ontwerp weerspiegelt ook de oproep van de VN-deskundigen om “alle diplomatieke, politieke en economische banden met Israël te herzien, inclusief bedrijfs- en financiën, pensioenfondsen, academische wereld en liefdadigheidsinstellingen.”‘

De slappe resolutie valt onder de drempel van wat nodig is om een einde te maken aan de Israëlische misdaden. De resolutie roept bijvoorbeeld niet op tot een (onmiddellijk) wapenembargo, sancties, olie-embargo of volledige steun aan UNRWA tot de Palestijnse ballingen kunnen terugkeren. Evenmin weerspiegelt de resolutie de ICJ uitspraak dat BDS een plicht is. Desalniettemin is het een noodzakelijk minimum dat gesteund moet worden.

Als deze in zijn huidige vorm en inhoud wordt gestemd, terwijl het beperkt is tot de subgroep van Palestijnse rechten waarover het ICJ in juli oordeelde, presenteert de resolutie een belangrijke stap in het onder druk zetten van Israël, de VS en hun bondgenoten om de genocide te beëindigen. De resolutie voldoet ook aan een aantal van de gezaghebbende eisen die worden ondersteund door de overgrote meerderheid van de Palestijnse samenleving in Palestina en in ballingschap. Het Palestijnse maatschappelijk middenveld erkent dat “Israëls militaire bezetting, nederzettingen en apartheidsregime … instrumenten vormen om het 76-jarige zionistische kolonialisme van Israël te verscheuren.”

Algemene Vergadering moet besluiten

Op 19 juli jl. heeft het Internationaal Gerechtshof in hun advies aan de AVVN in niet mis te verstane termen aangegeven dat de hele wereld in actie moet komen tegen de apartheid in Gaza en de bezette gebieden in het algemeen. Die zijn sowieso illegaal en Israël moet ze ook zo snel mogelijk helemaal opgeven en de aangerichte schade vergoeden. Dat was een onverwacht stevige uitspraak. Nu is het aan de AVVN en de Veiligheidsraad beslissingen te nemen. De resolutie van deze week is een eerste begin daarvan wanneer de minimale eisen worden aanvaard.

1. Erga omnes betekent “voor allen”. Het is een juridische term die aangeeft dat de verplichting voor iedere staat geldt