De media over Palestina Israël
Op de site van docP zal geregeld een artikel of uitzending in de media over Palestina/Israël nog eens onder de loep worden genomen, met de focus op BDS. De redactie wil het “framework” waarbinnen al tientallen jaren een groot deel van het publieke debat over wordt gevoerd laten zien voor wat het is: een bril die is gemaakt door de pro-Israël lobby en die is overgenomen door westerse regeringen en een groot deel van media. Vandaag het eerste artikel in deze serie.
Robert van Gijssel in de Volkskrant
In de Volkskrant van 1 december jongstleden neemt Robert van Gijssel stelling tegen de culturele boycot van Israël in het artikel: “Stelling: boycot de popboycot”. Hij doet dit aan de hand van de bekende “framing” van de boycot van Israël. De door van Gijssel gebruikte “feiten” en argumenten passen in dat kader.
Kort samengevat schrijft Robert van Gijssel ten eerste dat het Roger Waters is die een “popboycot” wil en dat hij “zijn” oproep kracht bijzet met opblaasbare varkens met davidsterren. Volgens van Gijssel annuleren artiesten optredens om “ellende” te voorkomen, zoals ook het geval was met artiesten die in Zuid-Afrika optraden ten tijde van Apartheid. Vervolgens is hij van mening dat optreden in een land niet hetzelfde is als de regering steunen want dan zouden artiesten ook niet in landen als China, Rusland of de Verenigde Staten mogen spelen. En hij gaat er ten onrechte vanuit dat een boycot alleen de fans van het bandje raakt, maar politici niet bereikt.
Oproep tot boycot komt vanuit Palestijnen
Welnu, de oproep tot boycot is NIET afkomstig van Roger Waters maar van 170 Palestijnse civiele organisaties. Deze zagen zich in 2005 hiertoe genoodzaakt aangezien de internationale gemeenschap al decennialang op geen enkele wijze optreedt tegen de voortdurende schendingen van het internationaal recht door Israël. Dit weerlegt ook de denkfout van van Gijssel met betrekking tot Libië en Rusland: waarom die niet boycotten? Welnu, tegen dat soort landen stelde de internationale gemeenschap zoals hij weet juist wel sancties in.
Bovendien gaat hij voorbij aan het belangrijke element dat de oproep afkomstig is van de onderdrukte Palestijnse bevolking zelf. Zodra er vanuit onderdrukte groeperingen elders een oproep tot boycot komt, zullen Roger Waters en andere artiesten wederom voor zichzelf de afweging moeten maken of het moreel noodzakelijk is om hier al dan niet gehoor aan te geven.
Zuid-Afrika
De manier waarop van Gijssel de vergelijking maakt met de boycot van Zuid-Afrika getuigt van een tekort aan historische kennis wat betreft de positieve invloed die de boycot daar heeft gehad op de afschaffing van Apartheid. Net als in Zuid-Afrika wordt in Israël kunst en cultuur misbruikt als propagandamiddel om het besmette imago van schender van mensenrechten op te vijzelen. Deze “Brand Israel Campaign” wordt met miljoenen gefinancierd door het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken.
Net als in Zuid-Afrika “vieren” Israelische overheidsfunctionarissen optredens van internationale artiesten als overwinning op de BDS beweging, waarmee direct wordt aangetoond dat optreden in Israel wel degelijk onlosmakelijk verbonden is met politiek. Dit hebben Radiohead en Nick Cave onlangs aan den lijve ondervonden. Tegelijkertijd legt de staat Israel Palestijnse kunstenaars het zwijgen op, die, tenzij zij meewerken aan de Brand Israel Campaign, doelwit zijn van geweld, willekeurige arrestaties en deportatie.
Boycot, geweldloos en binnen internationaal recht
Het gehoor geven aan de oproep tot boycot betekent het zich niet lenen voor het wegpoetsen van de verschrikkingen van oorlog en onderdrukking. Deze vorm van verzet is volstrekt geweldloos en de eisen van de BDS beweging zijn niet meer of minder dan een eis tot handhaving van het internationaal recht, namelijk de beëindiging van de bezetting, het toekennen van gelijke rechten aan iedereen onder Israëls controle en het recht op terugkeer van vluchtelingen.
Inmiddels hebben talloze internationale artiesten zich achter de oproep tot boycot geschaard, waaronder Roger Waters en degenen die volgens van Gijssel “zich genoodzaakt zagen om concerten af te blazen”. Onlangs kwam ook Rag´n´ Bone Man tot de conclusie dat hij het voor zichzelf niet moreel kon verantwoorden om zijn stem te lenen aan de bezetter en onderdrukker, met name omdat het vanwege de bezetting onmogelijk bleek om niet alleen in Tel Aviv maar ook in Ramallah op te treden.
In dit artikel in de Volkskrant treedt het “‘framework” naar voren: niet de noodzaak voor individuen als Roger Waters en wijzelf om in kwesties van (door onze regeringen gedoogde) onderdrukking en geweld een morele keuze te maken is het thema voor van Gijssel, maar de vraag of deze artiest zich kan verdedigen tegen de argumenten van de pro-Israël lobby. De manier waarop van Gijssel meewerkt aan de framing van Roger Waters waarbij antisemitisme gesuggereerd wordt is stuitend. Roger Waters laat al sinds 2006 opblaasbare varkens op tijdens zijn optredens waarmee hij aandacht vraagt voor allerlei vormen van onrecht, van Trump tot intensieve veehouderij, van martelen tot de fossiele brandstofindustrie. Door alleen te focussen op Waters’ kritiek op Israël, doet van Gijssel aan framing en bewijst hij lippendienst aan de Brand Israel Campaign.
Lezer wil feiten en objectiviteit
Op 29 november jongstleden organiseerde stichting docP een conferentie over de culturele boycot van Israël. Was van Gijssel ingegaan op onze uitnodiging, dan had hij de Volkskrantlezer – ook zonder de spreekbuis te worden van een bepaalde visie op de situatie in Israël/Palestina – een meer feitelijk en objectiever artikel kunnen aanbieden.
de redactie