VVD kiest stelselmatig partij voor Israël in conflict met Palestijnen
Sinds 2010 is de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) de grootste partij in zowel de Tweede Kamer als in de regeringscoalitie. Daarmee speelt zij een sleutelrol in debatten en in beleidsvorming ten aanzien van buitenlandspolitieke vraagstukken waaronder de kwestie Israël-Palestina. Onderzoek wijst uit dat de VVD in deze periode de band met de Staat Israël stelselmatig laat prevaleren boven de rechten van de Palestijnen.[1] Maar ook daarvóór blijkt dat het geval te zijn geweest.
De VVD is in 1948 opgericht, hetzelfde jaar dat de Staat Israël tot stand kwam. Nog in datzelfde jaar leverde de partij aan het eerste kabinet-Drees een minister van Buitenlandse Zaken, Dirk Stikker. Diens opstelling en die van zijn ministerie inzake erkenning van de nieuwe staat was aarzelend. Daarmee wilde hij geen haast maken. Dat was omwille van de internationale betrekkingen van Nederland, vooral het veiligstellen van een speciale band met Indonesië – het voormalige Nederlands-Indië, met de grootste moslimbevolking ter wereld. Het duurde dan ook tot januari 1950 voordat Nederland tot officiële erkenning van de Staat Israël overging.
Gedurende de jaren ’50 echter werden pro-Israëlische sentimenten in de Nederlandse samenleving en politiek steeds sterker. Afschuw over de genocide op de Europese – onder wie Nederlandse – joden tijdens de Tweede Wereldoorlog is daarbij vooral bepalend geweest. Elke politieke stroming gaf haar eigen ideologische invulling aan steun aan de Staat Israël. Zo zag de sociaaldemocratische PvdA in de jonge staat aanvankelijk een belangwekkend socialistisch experiment. Voor confessionelen, vooral de protestanten onder hen, speelde het idee van het ‘Beloofde Land’, dat aan het ‘oude verbondsvolk’ toebehoort, een belangrijke rol. De rechts-liberale VVD beschouwde in de context van de Koude Oorlog Israël – een staat die door ondernemende joodse pioniers tot stand was gebracht – vooral als een bolwerk van het Vrije Westen in een vijandig Midden-Oosten.
Zo steunde de VVD tijdens de Suez-crisis van 1956 – rondom de Egyptische nationalisatie van het Suezkanaal – het Israëlische (plus Frans-Britse) militaire offensief tegen het Arabisch nationalistische Egypte van president Gamal Abdul Nasser, die als ‘een handlanger’ van de communistische Sovjetunie werd gezien.
Egbert Harmsen heeft een achtergrond in Midden-Oosten- en Islamstudies. In 2007 promoveerde hij aan de Universiteit Utrecht op een proefschrift over de rol van particuliere moslimwelzijnsorganisaties in het maatschappelijk middenveld van Jordanië (Islam, Civil Society and Social Work – Muslim Voluntary Welfare Associations in Jordan between Patronage and Empowerment; Amsterdam: Amsterdam University Press, 2008.
Lees verder bij de bron van dit artikel: Internationale Spectator