Waarom weigeren de huidige zionisten een volwassen discussie?
Ooit stond ‘zionisme’ voor een droom van een deel van de joden – vooral uit Rusland en Oost-Europa – voor een grondgebied waar zij hun culturele eigenheid zonder angst voor discriminatie konden beleven. In dat verlangen waren zij niet uniek. De huidige pro-Israëlische zionisten maken een steeds meer verbeten indruk. De zware term ‘antisemiet’ gebruiken zij wel erg vaak en snel. Toch deden GroenLinks-Kamerlid Bram van Ojik en docP-voorzitster Sonja Zimmermann recent een poging om tot een discussie te komen. Hieronder een indruk van zo’n gemankeerde discussie.
Aanleiding en achtergrond
De aanleiding was dat NRC onlangs een serie artikelen over antisemitisme publiceerde. Hieronder een praktijkvoorbeeld van hoe moeilijk het is en misschien wel onmogelijk om met ‘gelovige’ zionisten in discussie te komen. Het voorbeeld betreft een discussiebijeenkomst tussen GroenLinks-Kamerlid Bram van Ojik en de journalist Hans Knoop bij de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam. Wat is er antisemitisch aan de drie doelstellingen van de wereldwijde boycotbeweging tegen Israël? was de vraag. De achtergrond vormde de recente, met overgrote meerderheid van 91% aangenomen motie tijdens het GroenLinks Congres in maart dat “BDS (Boycot, Desinvesteren en Sancties) is een geoorloofd middel is om op te komen voor de rechten van de Palestijnen”. Dit leidde tot een furieuze reactie in pro-Israël kringen.
Een debat is geen gevecht
Die doelstellingen van BDS zijn, (1) het recht op terugkeer van de Palestijnse vluchtelingen, (2) beëindiging van Israëls bezetting uit de bezette gebieden en (3) gelijke rechten voor alle bewoners van Israël. Hans Knoop ging wel zeer losjes om met de feiten. De belangrijke VN-resolutie 194 zou Israël niet de verplichting opleggen om de vluchtelingen het recht te geven op terugkeer. De drie doelstellingen van de boycotbeweging zouden er volgens hem van uitgaan dat Israël als Joodse staat moet verdwijnen, en ontzeggen daarmee Israël het bestaansrecht. BDS beoogt volgens Knoop de “vernietiging van Israël”. `Door BDS te steunen omarmt GroenLinks dit en is het dus antisemitisch`.
Dat iemand in een debat een beetje naar zichzelf toepraat, daar moet begrip voor zijn. Maar deze beweringen zijn zo extreem dat zij eerder de opening zijn van een gevecht. Wat zijn de feiten: 1. Israël werd in 1948 gesticht op 78% van het Palestijnse grondgebied, waarbij zeker 80% van de Palestijnse bevolking werd verdreven. 2. VN Resolutie 194 (A/Res/194 (III) van 11 december 1948) zegt: “Refugees wishing to return to their homes and live at peace with their neighbours should be permitted to do so at the earliest practicable date…”. 3. De drie BDS doelstellingen ontzeggen Israël niet het bestaansrecht, maar eisen dat Israël zich houdt aan het Internationaal recht. De druk die BDS wil uitoefenen zou kunnen leiden tot een ander Israël, een Israël waar alle inwoners gelijke rechten hebben. “Vernietiging van Israël” wekt associaties op met de Tweede Wereldoorlog en is zo’n extreme beschuldiging dat een volwassen debat bijna onmogelijk wordt. 4. GroenLinks steunt het recht op vrije meningsuiting, en ziet BDS als een geoorloofd middel actiemiddel, maar steunt noch boycot noch vernietiging.
De zaal: vijandbeeld verhindert gesprek
Vanuit de zaal werden de VN als “Verenigde Nazi’s” aangeduid, die aan Jodenhaat zouden doen, en GroenLinks zou zich schuldig maken aan “fascisme”. Knoop beschuldigde van Ojik ervan dat hij “hier dit zegt, en elders iets anders”, waarop van Ojik hem uitdaagde dit te bewijzen. Hij vond uitiendelijk dat een gesprek met Knoop verder weinig zin had. Als voorzitter van een BDS organisatie werd Sonja Zimmermann door Ron van der Wieken, voorzitter van het Centraal Joods Overleg, gevraagd of zij een joodse staat goedkeurde. Na haar antwoord dat Israël een staat zou moeten zijn voor al zijn burgers en niet alleen voor joden, net zozeer als Iran een staat moet zijn voor al zijn burgers en niet alleen voor Moslims plakte hij haar het stempel ‘antisemiet’ op volgens de IHRA definitie. Die definitie van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) is in pro-Israëlische kringen tegenwoordig populair omdat deze kan dienen om kritiek op Israël als antisemitisch te bestempelen en daarmee tegenstanders monddood te maken. Monddood maken is eigenlijk de crux. Want hoewel van Ojik had verzocht om het over het vastgelopen vredesproces te hebben ging de discussie uitsluitend over de beschuldiging van antisemitisme.
IHRA slaat discussie dood
De discussie ging dus niet over het feit dat Israël inmiddels bijna het hele Palestijnse gebied in handen heeft. Ook niet over de onderdrukking van en het geweld tegen de Palestijnse bevolking van de Westbank, waar Israëlische militairen iedere nacht woningen binnenvallen, grote schade en persoonlijk letsel toebrengend met dagelijks tientallen nieuwe politieke gevangenen, veelal kinderen. Of over het verbranden van fruitboomgaarden of het met traangas bestoken van scholen met de kinderen er nog in. Of de huisuitzettingen en diefstal van Palestijnse woningen. Het ging ook niet over de winning van Palestijns gas en diverse grondstoffen in bezet gebied en de teelt van landbouwproducten daar op onteigende grond. Of, over de ongelijkheid voor de wet tussen Israëliërs en Palestijnen, waardoor de term apartheid zich opdringt. Of, over de opsluiting van 2 miljoen mensen in het getto van Gaza, waar het Israëlische leger vanachter zijn zandhopen ongestraft kan schieten op weerloze burgers. Als het joodse recht op zelfbeschikking inhoudt dat Israëliërs Palestijnen mogen verdrijven en zich hun land mogen toe-eigenen en dat een joodse staat noemen en als op basis daarvan critici van ‘antisemitisme’ worden beschuldigd, dan moet er een alarmbel gaan rinkelen. Dan is protest daartegen niet alleen geoorloofd maar in een democratie zelfs een morele plicht.
Laten wij hopen dat het niet nog jaren duurt voordat ook bij de Liberaal Joodse Gemeente in Amsterdam een discussie mogelijk is zoals deze.
De redactie
Foto: Verwoeste olijfbomen (bron: Abupessoptimist)