What’s Art got to do with it?
“ What’s Art Got to Do with It?”, een driedaagse “culturele conferentie over kunst, politiek en Israel/Palestina” , ging gisteravond van start in De Balie in Amsterdam. Aanleiding voor de bijeenkomst was de Israelische aanval op Gaza van zomer 2014. Een reactie van Israelische kunstenaars bleef uit. Israel maakt gebruik van Israelische kunstenaars in de PR voor zijn beleid. In Amsterdam verstoorden boycotactivisten in september 2014 het optreden van de Israelische cabaretier Lia Koenig in het kader van Spot on Israel. De actie was het initiatief van docP en door docP gesponsord.
Deze feiten waren aanleiding voor de Balie om een conferentie te organiseren over de rol van de kunsten in dit conflict. Voor de conferentie werden 30 kunstenaars uit Israel, Palestina en Nederland uitgenodigd.
De aftrap van de conferentie was een publieksbijeenkomst op 29 april, met presentaties en interviews door de Israelische schrijfster Ronit Matalon en de Belgische Kristien Hemmerechts.
Matalon schetste een onbezorgde min of meer bucolische jeugd waarin ze zich nauwelijks bewust was van Zionisme en de taal van de staat. Later zocht ze als schrijver een taal die een derde weg vormde tussen de innerlijke taal waarin mensen communiceerden en de externe Pools-Hebreeuwse taal van de Zionistische staat. De taal van de staat was de “envelop” waarin hun bestaan werd bijeen gehouden. Er was daarbij sprake van innerlijke vervreemding. Het behoren tot de Zionistische ideologie was sterk verbonden aan sociale en economische status, hoe hoger de status hoe sterker de verbondenheid. Arabische Joden stonden laag op de zionistische ladder. Er was een literatuur die zijn oorsprong vond in het Zionisme, en met een zionistische thermometer kon worden afgemeten. Matalons moeder stond kritiek op het Zionisme niet toe, want zij meende dank zij het Zionisme ontsnapt te zijn aan de “vrouw-onvriendelijke kooi” van Egypte. Matalon gelooft niet dat lezers nog interesse hebben in wat een schrijver te melden heeft. Het Israëlische publiek is niet in maatschappelijk debat geëngageerd. Een schrijver is geen profeet meer. Wat is de definitie van een jood in Israel? “De grootste gemene deler is dat wij de Arabieren willen uitsluiten”. Matalon zegt bang te zijn (“ I’m frightened”). Ze kreeg laatst een petitie voor haar neus. Durfde ze hem wel te tekenen? Ze zou haar baan kunnen verliezen. Dit geldt ook voor andere schrijvers. Met de democratie in Israel is het slecht gesteld. Matalon hoort in Israel (“I belong to this place”).. Maar ze wil zich niet hoeven schamen voor zichzelf of voor haar land. Ze is echter “geen held”. Wat ze wil is een fatsoenlijk leven leiden. De boycot ervaart ze als een heel hard middel: “De Nederlanders hebben Spinoza geboycot” . Tenslotte verzucht zij: “Mijn land kan zichzelf niet meer genezen, we vernietigen onszelf. Neem ons tegen onszelf in bescherming”.
Kristien Hemmerechts besloot een petitie voor boycot van de Israelische academische wereld niet te steunen. Ze vindt het contraproductief, het zal hen isoleren en tot martelaren maken. Wel steunde ze een petitie aan schilder Michel Borremans om zijn werk niet in Tel Aviv te exposeren. Als schrijfster vindt ze een hyperideologische omgeving contraproductief. Tegelijkertijd vindt ze de hedendaagse literatuur vaak super ideologisch correct. Een schrijver moet schrijven wat nodig is, en lezers uit hun comfortzone halen. Politieke correctheid is daarbij rampzalig. Ze maakt onderscheid tussen een geëngageerde schrijver en geëngageerde literatuur. Ze ziet zichzelf wel als geëngageerd schrijver.
Als toeschouwer weet ik niet waar dit gesprek toe leidt. Een Palestijnse aanwezige (Nadia), die als kunstenaar uitgenodigd is voor de conferentie op 30 april, uit haar grote frustratie over het gebrek aan verwijzing naar het onderwerp Palestina/Israel, en zegt dat als dit de teneur blijft ze overweegt de conferentie te boycotten. Ze bekritiseert de uitspraak van Hemmerechts dat een boycot contraproductief is. “ Wilt u een boycot of wilt u oorlog!” houdt ze Hemmerechts voor. Als Palestijnse neemt ze een groot risico door hier aanwezig te zijn. Er had ook een Palestijnse schrijver aan de tafel moeten zitten, meent de Palestijnse, maar verschillende Palestijnen hebben vanwege de risico’s afgehaakt. De Balie bleef in gebreke door dit in de opening niet te noemen.
De Balie medewerkster Mirte erkent dit inderdaad, en biedt daar publiekelijk haar excuses over aan.
Tijd voor verdere discussie is er niet meer. Maar de piketpaaltjes zijn geslagen. De bijeenkomst sluit af met een indrukwekkende performance van het Amsterdams Andalusisch Orkest met klassieke Andalusische muziek en zang. Nu maar hopen dat de conferentie de komende dagen grotere diepgang en scherpte zal hebben dan tijdens deze eerste avond.
Sonja Zimmermann