Zet de EBS bus aan de kant!
Dit artikel van onze voorzitter verscheen in verkorte versie in de Gooi- en Eemlander van 29 februari 2020
Sinds eind 2011 verzorgt de Israelische maatschappij Egged vervoersdiensten in Nederland. Egged/EBS rijdt in verschillende Nederlandse regio’s, Waterland, Den Haag Rotterdam, en Voorne-Putten/Rozenburg. EBS heeft zich ingeschreven voor de concessie Gooi en Vechtstreek. EBS kan zich ook inschrijven voor de nieuwe concessie Waterland Zaanstreek.
Wij vinden dat EBS aan de kant gezet moet worden. Egged/EBS is een vitale schakel in de Israelische bezettingseconomie. De Hoge Commissaris van de VN voor de Mensenrechten bracht deze maand haar database A/HRC/43/71 uit van zakelijke ondernemingen die actief betrokken zijn bij de illegale nederzettingen. Egged wordt hierin genoemd als bedrijf dat diensten verleent waarmee het bestaan van illegale nederzettingen in stand wordt gehouden. Uit ons eigen onderzoek bleek dat Egged bussen pendelen naar vrijwel al Israëls illegale nederzettingen in bezet Palestijns gebied. Die nederzettingen met hun ruim 700.000 Israelische inwoners vormen een schending van de Conventie van Genève, die een bezettende macht verbiedt zijn bevolking over te brengen naar het gebied dat het bezet.
De Egged buslijnen maken een vitaal deel uit van de infrastructuur van de nederzettingen. Die kunnen niet bestaan zonder voorzieningen als OV, water en elektriciteit. Egged maakt gebruik van wegen die dwars door Palestijns gebied lopen, maar verboden zijn voor Palestijnen. Het voert zelfs gesegregeerde busdiensten uit, met bussen die Palestijnen niet mogen gebruiken. Bovendien verzorgt Egged vervoer van militairen naar bezet gebied. Egged is daarmee medeplichtig aan illegale handelingen van de Israelische overheid.
Maar is Egged niet iets anders dan EBS? In Nederland is Eggeds dochter EBS toch een brave ondernemer die keurige buslijnen onderhoudt?
Helaas, die redenering deugt niet. Hoewel EBS uitsluitend opereert op de Europese markt, blijft er toch een directe relatie met Egged bestaan, waarbij bijvoorbeeld winst van één deel van het bedrijf kan vloeien naar een ander. Egged en EBS vormen een communicerend vat. Dit bleek concreet op een moment dat EBS in Waterland opeens tegen een faillissement aanzat. In een artikel in “Down to Earth” van april 2018 schrijft Hans Wetzels
`Als EBS eind 2013 bekendmaakt hoe slecht het er financieel aan toe is, rijden de rode en gele bussen al ruim twee jaar netjes hun rondes. Maar achter de schermen maakt het Israëlische moederbedrijf al ruim een jaar miljoenen euro’s over om de Nederlandse dochteronderneming overeind te houden.`
Dit betekent dat het OV in Waterland ruim een jaar gedraaid heeft op financiering door de moedermaatschappij Egged, met inkomsten die Egged deels heeft ontleend aan buslijnen in bezet Palestijns gebied. Na een reorganisatie gaat het intussen goed met EBS in Waterland. Daarmee is het omgekeerde scenario mogelijk geworden, namelijk dat Egged in Israël wordt gespekt met winst uit de lijnen van EBS in Waterland, en dat Nederlanders passagiers de facto bijdragen aan Eggeds OV in bezet Palestijns gebied. Door met EBS in zee te gaan krijgen vervoersregio’s een directe relatie met Eggeds betrokkenheid bij Israëls illegale nederzettingen.
Nederlandse overheden moeten geen nieuwe banden aangaan met Egged via EBS. Dat is ook fair tegenover de vele passagiers die niet willen bijdragen aan Israëls oorlogsmisdaden in Palestijns bezet gebied.