Israel Producten Centrum kijgt tik op de vingers
In april 2019 werd het Israel Producten Centrum (IPC) van de Christenen voor Israel in Nijkerk in april 2019 bezocht door de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) en reeds op de vingers getikt vanwege het verkopen van producten uit illegale nederzettingen als zijnde “Israelische producten”.
Toen het IPC in december promotie hield voor “Israel-verwenavonden” waarbij wijnen uit de illegale nederzettingen expliciet werden aangeprezen, besloten wij eens te gaan kijken of de etikettering in Nijkerk inmiddels op orde was. Dat bleek niet het geval.
Aangezien wij weinig feestelijks of christelijks zagen in het commercieel uitbuiten van de onderdrukking en verdrijving van Palestijnen, besloten we voor de deur te demonstreren bij zo’n “verwenavond”. Ook vonden we dat het NVWA op de hoogte gebracht moest worden van de weigering om te voldoen aan de Europese richtlijnen en zetten we een emailactie op. Het NVWA heeft daarop meer dan 300 klachten mogen ontvangen.
Afgelopen juli vond er een herinspectie door de NVWA plaats. Nu dachten de christenzionisten weg te kunnen komen met de melding “afkomstig uit een Israelisch dorp in Judea en Samaria”, maar daar trapt de NVWA uiteraard niet in. De Europese richtlijnen zijn duidelijk en nogmaals bevestigd door het Europese Hof: de consument moet op de hoogte gebracht worden van het feit dat hij wijn koopt van gestolen grond uit volgens internationaal humanitair recht illegale nederzettingen, zodat hij bewuste keuzes kan maken. Het IPC hangt dan ook een boete boven het hoofd.
Het NVWA heeft op 5 september alle klagers individueel op de hoogte gesteld met het volgende bericht :
“Een inspecteur van de NVWA heeft het etiket beoordeeld en vastgesteld dat het etiket niet aan de wettelijke eisen voldoet. De NVWA heeft hiervoor een passende maatregel genomen. Wij danken u dat u de moeite heeft genomen om de NVWA op deze zaak te attenderen.”
Christenen voor Israël kent blijkbaar Tweede Kamerleden die ‘op afroep’ klaar staan om vragen aan de minister te stellen, want wederom stonden er Kamerleden klaar om vol verontwaardiging vragen aan de minister te stellen over deze zogenaamde “heksenjacht”, ditmaal Kamerleden van de PVV (over “heksenjacht” gesproken), de ChristenUnie en de SGP (die beiden nogal selectief om blijken te gaan met de Bijbelse 10 geboden waar het Palestijnen aangaat of onlangs vluchtelingen in Moria).
U kunt hier en hier de vragen en de antwoorden van de minister lezen, waarin hij aangeeft dat de NVWA louter de Europese regelgeving volgt en er noch sprake is van een heksenjacht, noch van een dubbele maat.
Let vooral op vraag 5 van de PVV waarin de relatie wordt gelegd tussen het optreden van de NVWA en de actie van BDS Nederland:
Er rest nog een kwestie waarop de NVWA ons een antwoord verschuldigd is, namelijk over mogelijk door het IPC ontdoken invoerrechten. Hierover schreven wij NVWA en de FIOD een brief. Wij zullen onze lezers informeren zodra wij hierop antwoord hebben.
Het is natuurlijk uitermate vreemd dat wij als mensenrechtenactivisten onze overheid moeten wijzen op staande wet- en regelgeving en dat de overheid daar niet zelf proactief op handhaaft. Met name daar het de plicht van onze overheid is om het internationaal recht te bevorderen.
Nu zijn de richtlijnen op dit punt uiteraard zeer dubieus: de nederzettingen zijn illegaal en producten daaruit afkomstig daarmee ook. Die producten hebben helemaal geen plaats op welke internationale markt dan ook. Immers, de verkoop van gestolen fietsen blijft verboden, ook al plak je er een etiket op dat zegt: “deze fiets is gestolen”.
Het niet handhaven van de Europese richtlijnen inzake etikettering werkt een totale boycot in de hand. Als een consument zeker wil weten dat hij niet indirect medeplichtig wordt gemaakt aan het financieren van mensenrechtenschendingen, kan hij maar beter geen enkel Israelische product kopen.
En laten we wel wezen, hoewel het Israel Producten Centrum de enige is die willens en wetens illegale nederzettingenproducten promoot, staat het niet alleen wat betreft verkeerd etiketteren. Onlangs wezen wij verschillende supermarktketens op de verkeerde informatie op dadels van Hadiklaim, een bedrijf dat nota bene op de VN-lijst staat van bedrijven die profiteren van Israels kolonisatiepolitiek. Als gevolg van onze brieven heeft een overkoepelende organisatie schriftelijke vragen gesteld aan de minister van Buitenlandse Zaken hieromtrent. Wij zullen de antwoorden hierop nauwkeurig in de gaten houden.
Wij willen allen die aan onze actie hebben deelgenomen opnieuw bedanken. Wij zullen het Israel Producten Centrum blijven monitoren en rekenen op steun van onze achterban!